1 mei 2000

Openheid, groei en O & O spillovers: het blootleggen van de missing link?

Handelsliberalisatie bevordert verspreiding technologische kennis

Persbericht
Handelsliberalisatie leidt tot meer import van goederen en diensten en daarmee ook tot meer import van kennis uit buitenlandse Research en Development-activiteiten (R&D). R&D verbetert niet alleen de eigen technologie, maar ook die in andere industrieën en in andere landen (de zogenoemde R&D-spillovers).

Zo kan handelsliberalisatie ook via een grotere verspreiding van technologische kennis tot meer economische groei leiden. Isolationistisch beleid daarentegen beperkt de overdracht van nieuwe technologieën.

Vooral door handelscontacten kunnen R&D-spillovers worden gerealiseerd. Bepaalde categorieën diensten worden nauwelijks geïmporteerd, omdat bedrijven die ter plaatse moeten leveren. Landen kunnen dan ook minder profiteren van nieuw verworven kennis in de dienstensector van het buitenland, maar moeten deze vooral zelf produceren. Vanwege dit ontbreken van R&D spillovers lijkt het vooral nuttig R&D-activiteiten in de dienstensector te stimuleren.

Dit concluderen Arjan Lejour en Richard Nahuis van het Centraal Planbureau (CPB) in Onderzoeks-Memorandum 168, Openness, Growth and R&D Spillovers:Uncovering the Missing Link?.

Zij simuleren de interactie tussen handelsliberalisatie en R&D met WorldScan, een algemeen evenwichtsmodel voor de wereldeconomie. Dit Onderzoeksmemorandum laat zien dat opname van het bovengeschetste verband tussen handelsliberalisatie en R&D-spillovers in de wijdverbreide algemeen evenwichtsmodellen de conclusies van deze modellen drastisch kan veranderen.

Een veelgehoorde stelling over isolationistisch beleid is dat landen met grotere handelsbarrières een lagere economische groei kennen. Beschermende handelsmaatregelen van landen die zich afzonderen van de wereldeconomie kunnen desastreuze gevolgen hebben voor de eigen economische groei.
De simulaties laten evenwel zien dat handelsliberalisatie niet altijd een positief effect heeft op de verspreiding van technologische kennis. Handelsliberalisatie kan in bepaalde gevallen ook een negatief effect hebben. Of de eerste, dan wel de tweede conclusie opgaat, is afhankelijk van de combinatie van verschuivende handels- en specialisatiepatronen. De reden is dat de afschaffing van importtarieven de relatieve consumentenprijzen beïnvloedt. Als gevolg daarvan verandert het importpatroon.

Stel het zeker niet ondenkbare geval dat een land lage heffingstarieven hanteert op importen uit R&D-intensieve regio's en hoge heffingstarieven op importen uit R&D-extensieve regio's. Afschaffing van deze importheffingen zal dan de importen uit R&D-extensieve regio's relatief doen toenemen ten koste van die uit R&D-intensieve regio's. Als de totale invoer gelijk blijft, zal het betrokken land dus minder R&D-spillovers importeren. Dit is schadelijk voor de economische groei. Echter, bij afschaffing van handelsbelemmeringen zal de totale invoer naar verwachting toenemen. Dit kan ervoor zorgen dat het land toch nog evenveel of zelfs meer technologische kennis kan importeren.

Wanneer in het WorldScan-model rekening wordt gehouden met R&D-spillovers, blijken de effecten van handelsliberalisatie op het BBP voor regio's als Japan en zuidoost Azië aanzienlijk groter te zijn. Voor andere regio's, zoals China, veranderen de modeluitkomsten echter niet door een nadelige verschuiving in het handels- en specialisatiepatroon.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

We onderzoeken de handelgerelateerde verspreiding van O & O in drie stappen.

Eerste geven we een overzicht van de wereldwijde O & O-uitgaven met behulp van OESO en UNESCO-gegevens. Vervolgens schatten we de relatie tussen de sectorale O & O-uitgaven en groei. Tenslotte worden deze O & O-verbanden opgenomen in WorldScan: een dynamisch toegepast algemeen evenwichtsmodel voor de wereldeconomie.

We simuleren liberalisering van de handel en analyseren de effecten ervan op het BBP in verschillende regio's. We ontdekken dat de BBP-effecten van de liberalisering van de handel aanzienlijk voor sommige regio's worden vergroot, met name Japan en Zuid-Oost Azië, terwijl voor andere regio’s, bijvoorbeeld China en Sub-Sahara Afrika, de BBP-effecten helemaal niet worden opgeblazen. Deze bevindingen zijn terug te voeren op veranderende specialisatie patronen en veranderende import patronen. Een regio is of gespecialiseerd in R & D-intensieve sectoren of importeert O & O-intensieve goederen. Sommige regio's importeren de kennis-intensieve goederen uit kennis-arme regio's. Zo'n 'dubbel ongelukkige' handel en productie patroon verklaart de resultaten voor Sub-Sahara Afrika en China.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Richard Nahuis