1 september 2000

Efficiënte progressieve belastingen en onderwijssubsidies

Progressieve belastingen kunnen efficiënt zijn

Persbericht
Een progressief belastingstelsel kan efficiënt zijn uit economisch oogpunt. Progressieve belastingen leiden tot loonmatiging en bevorderen daardoor de werkgelegenheid.

Een ongunstige neveneffect van progressieve belastingen is dat ze investeringen in scholing ontmoedigen: waarom zou je tijd en geld investeren in scholing als je weinig overhoudt van de extra inkomsten die je kunt verkrijgen door betere scholing? Dit neveneffect kan worden tegengegaan door scholing voldoende te subsidiëren.

Dit is een van de conclusies in het Research Memorandum Efficient progressive taxes and education subsidiesdat het Centraal Planbureau (CPB) vandaag publiceert. Het Research Memorandum omvat een analyse van de samenhang tussen belastingstelsel, arbeidsmarkt en onderwijssubsidies. Tevens laat de studie zien dat er ook in werkelijkheid een direct verband bestaat tussen belastingstelsel en de omvang van onderwijssubsidies in verschillende OESO-landen.

Meestal wordt belastingprogressie gemotiveerd vanuit het herverdelingsmotief: volgens het draagkrachtbeginsel moeten immers de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Deze studie van de CPB-onderzoekers Van Ewijk en Tang laat zien dat progressie ook zinvol kan zijn vanuit het oogpunt van efficiëntie. Progressie heeft namelijk een matigende werking op de lonen. Wanneer het voordeel van loonstijging wordt afgeroomd door hogere belastingen, wordt het voor de vakbeweging minder aantrekkelijk om hoge looneisen te stellen. In plaats daarvan komt de nadruk meer te liggen op het scheppen van werkgelegenheid, en zal de werkloosheid afnemen.

Tegenover dit gunstige effect op de economie staat een ongunstig effect op investeringen in menselijk kapitaal. Progressie maakt immers ook de prikkel om te investeren in scholing zwakker. Dit nadeel kan worden beperkt door met andere middelen scholing te bevorderen, in het bijzonder door subsidies voor onderwijs.

Op grond van deze analyse ligt het voor de hand dat landen met een progressief belastingstelsel kiezen voor hogere onderwijssubsidies dan landen met een minder progressief belastingstelsel. Waarom landen kiezen voor progressieve belastingen hangt onder meer af van de machtspositie van vakbonden. In het onderzoek is vakbondslidmaatschap gehanteerd als maat voor vakbondsmacht. Een progressief stelsel mag worden verwacht in landen met sterke vakbonden. In landen met zwakke vakbonden ligt een stelsel met weinig progressie voor de hand. Beide voorspellingen worden bevestigd door empirisch onderzoek voor de OESO-landen. Een uitzondering blijkt Groot-Brittannië waar het belastingstelsel degressief was in de onderzochte periode bij een gemiddelde vakbondsmacht. Een degressief belastingstelsel wil zeggen dat de belastingtarieven lager worden in volgende belastingschijven.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De optimale reactie van de overheid voor dit dilemma is te kiezen voor een systeem van progressieve belastingen en (deels) subsidiëren van investeringen in menselijk kapitaal.

Een combinatie van royale subsidies voor onderwijs en steile belastingtarieven heeft meer kans te winnen van de macht van de vakbonden om looneisen te stellen, verbetert het vermogen van de overheid om private inspanningen op het gebied van scholing te sturen, en verhoogt de voorkeur voor gelijkheid tussen werkenden en werklozen.

Een empirische analyse voor verschillende OESO-landen geeft vergelijkbare resultaten. Een beleidsmix van hoge onderwijs subsidies en relatief progressieve inkomstenbelasting is te vinden in landen waar het vakbondslidmaatschap aanzienlijk is en de pensioenuitkering hoog is.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Casper van Ewijk
Paul Tang

Lees meer over