5 maart 2009

Het effect van vroege selectie op de deelname aan en het afronden van het hoger onderwijs

Latere selectie van leerlingen verhoogt de deelname aan het hoger onderwijs

Persbericht
Het selecteren van leerlingen direct na het basisonderwijs heeft negatieve gevolgen voor de deelname aan het hoger onderwijs (HBO en universitair) in Nederland.

Voor leerlingen met een mavo-advies leidt uitstel van keuze voor een bepaald type vervolgonderwijs met één of twee jaar tot een toename van de kans op het behalen van een hoger-onderwijsdiploma van 22 naar 26 procent. De deelname aan het hoger onderwijs door leerlingen met een havo-advies wordt hierdoor niet negatief beïnvloed.

Dit concluderen CPB-onderzoekers Roel van Elk, Marc van der Steeg en Dinand Webbink in de vandaag verschenen CPB-studie 'The effect of early tracking on participation in higher education'. In de studie is gebruik gemaakt van de VOCL-cohorten van leerlingen die in 1989, 1993 en 1999 instroomden in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs. Dit zijn representatieve steekproeven van ongeveer 20.000 leerlingen per cohort die gedurende hun onderwijsloopbaan gevolgd worden.

Nederland kent vroege selectie van leerlingen
Het Nederlands onderwijs kent een relatief vroege selectie van leerlingen. Na het verlaten van het basisonderwijs, op een leeftijd van ongeveer 12 jaar, stromen leerlingen door naar verschillende niveaus binnen het voortgezet onderwijs. In veel andere landen, zoals de Scandinavische landen, worden leerlingen van verschillend niveau langer bij elkaar gehouden. Eerder al stelde de OESO dat deze vroege selectie een belangrijke barrière vormt voor de groei van de deelname aan het hoger onderwijs in ons land.

De CPB-studie onderzoekt de effecten van vroege selectie door gebruik te maken van variatie tussen scholen in het tijdstip van selectie binnen Nederland. Op sommige scholen worden leerlingen direct geselecteerd in klassen van verschillend niveau. Andere scholen bieden één-of tweejarige gecombineerde brugklassen aan, waarin leerlingen bij elkaar gehouden worden voordat ze naar een specifiek onderwijsniveau gaan. De keuze voor een bepaald onderwijsniveau wordt hiermee met één of twee jaar uitgesteld.

Leerlingen met een mavo-advies profiteren van een gecombineerde brugklas...
Deze studie richt zich voornamelijk op leerlingen met een mavo-advies omdat deze groep het meest van belang is in het licht van de uitspraak van de OESO. Als er inderdaad een nadelig effect bestaat van vroege selectie, mag worden verwacht dat de leerlingen met een mavo-advies die direct naar een mavo-klas gaan - en daarmee geen directe aansluiting meer hebben op het hoger onderwijs - hier het meeste nadeel van ondervinden.

Voor leerlingen met een mavo-advies blijkt dat uitstel van keuze zowel de deelname aan het hoger onderwijs, als het afronden van het hoger onderwijs significant doet toenemen. In de cohorten van 1989 en 1993 leidt uitstel van keuze gemiddeld tot een verhoging van de instroom in het hoger onderwijs van 35 tot 39 procent voor deze groep. Het behalen van een hoger-onderwijsdiploma neemt relatief gezien zelfs nog sterker toe, van ongeveer 22 tot 26 procent. Daarnaast blijkt dat leerlingen met een mavo-advies die in een gecombineerde brugklas instromen, er gemiddeld bijna een half jaar korter over doen om het hoger onderwijs te bereiken.

...en leerlingen met een havo-advies ondervinden geen nadeel
Mogelijk zouden leerlingen met een havo-advies in een gecombineerde mavo-havo brugklas negatief beïnvloed kunnen worden door de aanwezigheid van leerlingen met een lager advies (niveau). Het onderzoek laat evenwel zien dat dit niet het geval is. Leerlingen met een havo-advies in een klas zonder mavo nemen niet vaker deel aan hoger onderwijs dan leerlingen met een havo-advies in een klas met mavo.

Mogelijke verklaringen voor positief effect van uitstel van keuze
Een mogelijke reden voor positieve effecten van keuze-uitstel voor leerlingen met een mavo-advies is dat dit de mogelijkheid biedt direct na de gecombineerde brugklas naar het havo te gaan. Het havo biedt vervolgens een directe aansluiting op het hoger onderwijs. Leerlingen krijgen dus langer de tijd om het voor hen optimale niveau te bepalen en houden langer uitzicht op doorstroom naar het hoger onderwijs. Andere mogelijke verklaringen voor de gevonden effecten zijn verschillen in onderwijsaanbod en verschillen in het niveau van klasgenoten.

Focus studie niet op de gevolgen van de invoering van het vmbo
Het onderzoek richt zich niet op de gevolgen van de invoering van het vmbo. De gegevens over de deelname van het cohort 1999 - direct na de invoering van het vmbo - zijn nog niet compleet. Ook is het mogelijk dat de invoering van het vmbo heeft geleid tot grotere verschillen tussen leerlingen in het vmbo en leerlingen in gecombineerde brugklassen. Dit maakt het lastiger om het effect van uitstel van keuze voor deze groep precies vast te stellen.

Contactpersonen

Lees hier het bijbehorende persbericht.

Er wordt op twee manieren met mogelijke zelfselectie omgegaan. We controleren voor een grote verzameling individuele achtergrondkenmerken zoals testscores op cognitieve vaardigheden. Daarnaast maken we gebruik van verschillen in regionaal aanbod van bepaalde typen scholen.

De schattingen laten zien dat vroege selectie een negatief effect heeft op de deelname aan en het afronden van het hoger onderwijs voor de leerlingen met een mavo-advies. We vinden bovendien geen aanwijzing dat leerlingen met een havo-advies een negatieve invloed zouden ondervinden van leerlingen met een mavo-advies in de gecombineerde brugklas.

De deelname aan het hoger onderwijs en het aantal hoger opgeleiden in Nederland kunnen vergroot worden door het stimuleren van deelname aan gecombineerde brugklassen waarin leerlingen met een mavo- of havo-advies één of twee jaar bij elkaar gehouden worden.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Marc van der Steeg
Dinand Webbink

Lees meer over