26 februari 1999

De grondmarkt; een gebrekkige markt en een onvolmaakte overheid

CPB: Overheidsingrijpen op de grondmarkt kan beter

Persbericht
Overheidsingrijpen op de grondmarkt is nodig, maar wel voor verbetering vatbaar. Mogelijkheden voor verbetering zijn onder meer een heffing op bouwgrond om het verlies aan open ruimte te compenseren en het veilen van grond of bouwrechten.

Verlaging van de grondprijzen en andere subsidies om bedrijven aan te trekken bereiken het beoogde doel vaak niet en leiden dan tot verspilling van belastinggeld.
Deze conclusies trekt het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen rapport "De Grondmarkt; een gebrekkige markt en een onvolmaakte overheid".

Overheidsingrijpen nodig, maar wel anders
Recente discussies omtrent VINEX-locaties, subsidies voor bedrijventerreinen, alsmede problemen met verwerving van grond ten behoeve van infrastructuur en natuur laten zien dat de grondmarkt flink in de belangstelling staat. Wat zijn de problemen? Ontstaan ze door overheidsingrijpen? Zo ja, kunnen ze verminderd worden door dat ingrijpen anders vorm te geven?
Ingrijpen van de overheid op de grondmarkt is onomstreden. Een vrije grondmarkt zou immers leiden tot verschillende ongewenste verschijnselen, waaronder een gebrek aan open ruimte. Het is echter de vraag of het overheidsingrijpen thans doelmatig geschiedt.
Zo strijken individuele grondeigenaars de winst op die ontstaat als gevolg van omzetting van landbouwgrond naar bouwgrond. Degenen die de schade ondervinden van deze omzetting, door het verlies aan open ruimte, worden niet gecompenseerd. Dit kan verbeterd worden door een heffing op de te bebouwen grond te leggen en die te gebruiken om de benadeelden (bijv. de lokale bevolking) te compenseren.

Grond voor woningbouw
Bij woningbouw bepaalt de overheid de grondprijs en worden marktpartijen geselecteerd via ondoorzichtige ontwerpcompetities of onderhandelingen. Wordt de consument hier wel wijzer van? In een aantal gevallen lijkt het wenselijk om te experimenteren met transparantere mechanismen zoals het veilen van grond of bouwrechten. Naast grotere transparantie heeft veilen als voordeel dat de overheid minder dan thans inzicht in de verkoopprijzen en de bouwkosten nodig heeft om de grondprijzen te kunnen bepalen.

Bedrijventerreinen
Ook bij de allocatie van bedrijventerreinen lijkt het overheidsingrijpen niet altijd even efficiënt. Bedrijven kunnen vaak rekenen op een grondprijs-subsidie en exploitatie- of vestigings-subsidies. Deze subsidies zijn lang niet altijd gebaseerd op positieve externe effecten. Veelal wordt het beoogde doel van werkgelegenheidscreatie slechts ten dele bereikt en is vooral sprake van verschuiving van werkgelegenheid in de regio. Bovendien geeft een subsidie op de grondprijs de bedrijven geen goede prikkel om efficiënt met schaarse ruimte om te gaan.
Soms ligt beleidsconcurrentie met andere landen aan subsidies ten grondslag, maar het is de vraag hoe hard Nederland daarin moet meehollen. Dit kan immers betekenen dat subsidiebedragen zo groot worden dat, zelfs rekening houdend met alle positieve effecten zoals extra werkgelegenheid, per saldo een verlies resulteert. De problematiek rond de bedrijventerreinen wordt geïllustreerd met behulp van de voorbeelden containeroverslag, bodemsanering en grootschalige detailhandel.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De rol van de overheid ten aanzien van de Nederlandse grondmarkt staat de laatste tijd flink in de belangstelling. Een greep uit de lijst van meest urgente vragen:

  • toegenomen prijzen voor bouwgrond: waarom is dit gebeurd, is het een probleem en kan het worden gestopt?
  • omzetting van landbouwgrond naar bouwgrond: wie zijn de winnaars en wie zijn de verliezers, is er een probleem en zo ja, hoe kan dat worden opgelost
  • grond voor natuur en infrastructuur: hoe kan dat worden gefinancierd nu de prijzen van landbouwgrond voortdurend toenemen?
  • industriële bouwterreinen: waarom hebben die subsidie nodig, moet de overheid verantwoordelijk zijn voor de toewijzing en indien dat zo is, welke overheid?

Deze studie probeert een antwoord te geven op deze en andere vragen door de rol van de overheid te analyseren. De methode kan worden samengevat in 3 vragen:

  • (i) wat zou de uitkomst zijn bij een vrije markt?
  • (ii) hoe komt de overheid tussenbeide bij het corrigeren van marktfalen?
  • (iii) welk alternatief beleid kan worden bedacht? In veel gevallen zijn er voldoende redenen voor tussenkomst van de overheid, maar problemen kunnen vaak worden voorkomen door het beleid aan te passen.