27 mei 2020

Prijsstelling en marktmacht in de geestelijke gezondheidszorg

In de Nederlandse curatieve geestelijke gezondheidszorg (cGGZ) is er een systeem van gereguleerde concurrentie waarbij zorgaanbieders onderhandelen met zorgverzekeraars over de prijzen van behandelingen. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt voor elke behandeling een maximumprijs vast. In 2013, waren de meeste prijzen van behandelingen gelijk aan de maximumprijzen. In deze studie analyseren we het effect op de prijzen van behandelingen tussen gebudgetteerde GGZ-instellingen en zorgverzekeraars na een majeure beleidsverandering door de overheid in 2014.

Deze beleidsverandering hield in dat gebudgetteerde GGZ-instellingen voor het eerst moesten gaan onderhandelen met iedere individuele zorgverzekeraar, terwijl ze in 2013 alleen moesten onderhandelen met een representatieve zorgverzekeraar in de regio. Tevens verhoogde de NZa, na een uitgebreid kostprijsonderzoek, de maximum prijzen van behandelingen met ongeveer 10%. De gebudgetteerde zorginstellingen en zorgverzekeraars reageerden op deze beleidsverandering door prijzen af te spreken die beduidend lager waren dan de verhoogde maximumprijzen. De analyse laat zien dat de gebudgetteerde zorginstellingen met meer marktmacht gemiddeld genomen hogere prijzen voor behandelingen met zorgverzekeraars wisten af te sluiten. We vinden dat sommige zorgverzekeraars lagere prijzen wisten af te spreken dan andere zorgverzekeraars, maar deze prijsverschillen zijn niet gerelateerd aan het marktaandeel van een zorgverzekeraar.

Auteurs

Chiara Brouns (Menzis)
Ron Kemp (ACM, EUR)

Lees meer over