2 maart 2011

Breedbandbeleid in het licht van de Nederlandse ervaring met de liberalisering van de markten voor telecommunicatie

Vernieuw toezicht op telecommunicatie en media

Persbericht
Regulering van de telecommunicatiesector blijft nodig. Sterker, de tijd is rijp voor bundeling van het toezicht op telecommunicatie, internet en media. Dit is onontkoombaar vanwege de toenemende verstrengeling van deze sectoren, een ontwikkeling die bekend staat als convergentie.
No title

Dat stelt Paul de Bijl, sectorhoofd marktordening van het CPB , in twee vandaag verschenen CPB-publicaties over dit onderwerp.

De liberalisering van de markten voor telecommunicatie heeft geleid tot hogere kwaliteit, toegankelijkheid, efficiëntie en meer marktdynamiek. Consumenten kunnen volop kiezen. Maar de sector kan niet zonder toezichthouder. OPTA heeft nog volop grip op de markt voor vaste telefonie en breedbandig internet en dat moet ook zo blijven. Maar dit toezicht dient anders te worden georganiseerd.

Een belangrijke taak van OPTA is toegangsregulering. Dit stelt concurrenten in staat om bestaande netwerken te gebruiken. De concurrentie in de consumentenmarkt voor vaste telefonie en breedbandinternet is hiervan sterk afhankelijk. Zou het worden stopgezet, dan zakt de concurrentie in en liggen prijsstijgingen in het verschiet. Op langere termijn ziet het er ongunstiger uit. De voortgaande technologische ontwikkeling van netwerken vraagt om de aanleg van fijnmazige glasvezelnetwerken. Dat vergt grote investeringen. Daardoor is felle, ongereguleerde concurrentie tussen meerdere netwerken met fijnmazige dekking onwaarschijnlijk. Concurrentie blijft op zijn best imperfect.

Het belang van netneutraliteit vormt een ander argument voor handhaving van toegangsregulering. Netneutraliteit betekent dat internetaanbieders verkeer doorgeven zonder zich te bemoeien met de diensten en websites die over hun netten gaan. Iedereen kan, zonder toestemming te vragen aan de netwerkbeheerder, nieuwe applicaties en diensten aanbieden. Precies dit ontwerp heeft het internet zo succesvol gemaakt. Als consumenten weg kunnen lopen bij aanbieders die hen niet goed bedienen, hebben aanbieders prikkels om verkeer niet te discrimineren of te blokkeren. Toegangsregulering helpt dus bij het in stand houden en stimuleren van concurrentie tussen deze aanbieders.

Door het toegenomen maatschappelijke belang van elektronische communicatie blijven zowel markt als overheid een stevige positie opeisen in deze sector. De publieke en private sector hebben elkaar nodig om de verglazing van netwerken sneller van de grond te krijgen. Bijvoorbeeld door nauwe afstemming en samenwerking. Verwacht derhalve ook niet dat de regulering van telecommunicatie binnenkort afgerond is. Sterker, het belang van regulering neemt alleen maar toe. Telecommunicatie en media dienen daarbij gebundeld te worden. Convergentie vraagt om één communicatietoezichthouder, eventueel als aparte kamer bij de NMa, maar wel met een eigen profiel en instrumentarium. Nederland zou lering moeten trekken uit de ervaringen met de ‘geconvergeerde’ communicatietoezichthouder zoals Ofcom in het Verenigd Koninkrijk.

CPB Policy Brief 2011/02, ‘Vernieuwing van toezicht op telecommunicatie en media’, is een beknopte en toegankelijke presentatie van deze problematiek. CPB Discussion Paper 169, ‘Broadband Policy in the Light of the Dutch Experience with Telecommunications Liberalization’, bevat een uitgebreidere analyse, die ook gepubliceerd is in het Journal of Information Policy. Zie verder zijn bijdrage op mejudice.nl.

Werkt de geleidelijke invoering van infrastructuurconcurrentie, op basis van gedetailleerde toegangsregulering tot netwerken, als beoogd? Wat kan men leren van de Nederlandse ervaring? Dit is een engelstalige publicatie.

Meer dan een decennium is inmiddels verstreken sinds de liberalisering van telecommunicatie in Nederland. Toch is er nog steeds toegangsregulering tot lokale aansluitnetwerken en gaat de verglazing van netwerken door incumbent en kabelbedrijven niet erg hard. Werkt de geleidelijke invoering van infrastructuurconcurrentie, op basis van gedetailleerde toegangsregulering tot netwerken, als beoogd? Wat kan men leren van de Nederlandse ervaring? Nu schaalvoordelen persistent zijn gebleken en breedbandnetwerken een integraal onderdeel van onze kritieke infrastructuur zijn geworden, is het belangrijk om de rol van de overheid opnieuw te bezien, met betrekking tot onderwerpen variërend van netneutraliteit tot breedbandpenetratie, universele diensten en veiligheid. De uitkomst van een dergelijke beoordeling wijkt mogelijk af van de blauwdruk van concurrentie die gangbaar is bij beleidsmakers en toezichthouders.

Lees ook CPB Policy Brief 2 "Vernieuwing van toezicht op telecommunicatie en media".

Auteurs

Paul de Bijl