7 maart 2013

Een structurele analyse van arbeidsaanbodelasticiteiten in Nederland

We schatten de arbeidsaanbodelasticiteit voor een groot aantal groepen op de Nederlandse arbeidsmarkt. We gebruiken daarvoor een grote administratieve dataset van huishoudens voor de periode 1999-2005. Dit is een Engelstalige publicatie.
No title

Lees ook onderstaande bijlage, met aanvullende informatie. 

De identificatie van de parameters wordt versterkt door de grote belastingherziening van 2001 die heeft geleid tot aanzienlijke exogene variatie in de budgetrestricties van huishoudens.

Voor stellen vinden we dat mannen een veel kleinere arbeidsaanbodelasticiteit hebben dan vrouwen, vooral wanneer er kleine kinderen in het gezin zijn. Verder is de kruislingse elasticiteit van het loon van mannen op het arbeidsaanbod van vrouwen niet verwaarloosbaar. Alleenstaande mannen en vrouwen hebben vergelijkbare arbeidsaanbodelasticiteiten. De arbeidsaanbodelasticiteit is relatief hoog voor alleenstaande ouders met een jong kind, maar de arbeidsaanbodelasticiteit voor alleenstaande ouders met een jongste kind op de middelbare school is een stuk lager. Laagopgeleide alleenstaanden en alleenstaande ouders hebben een veel hogere arbeidsaanbodelasticiteit dan hoogopgeleide alleenstaanden en alleenstaande ouders. De verschillen in de arbeidsaanbodelasticiteit naar opleidingsniveau zijn minder groot voor stellen. Voor alle groepen vinden we dat de keuze om al dan niet te werken veel gevoeliger is voor financiële prikkels dan de keuze voor het aantal uren per week dat gewerkt wordt.

Auteurs

Nicole Bosch
Miriam Gielen
Egbert Jongen
Mauro Mastrogiacomo (DNB
voorheen CPB)

Lees meer over