Studeren voor de lol of voor de poen
Marielle Non
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal PlanbureauOf ik op dit punt in mijn loopbaan meer verdien dan klasgenoten die na het VWO kozen voor geschiedenis of een lerarenopleiding, durf ik niet te zeggen. Maar mijn studiekeuze heeft er in ieder geval toe geleid dat ik de afgelopen maanden onderzoek mocht doen naar de rol die de arbeidsmarkt speelt bij de keuze voor een studie. Want het kiezen van een studie met goede baankansen en een hoog startsalaris is niet alleen goed voor je eigen portemonnee. Voor economen - en het CPB - is dit onderwerp relevant, omdat studenten de toekomstige beroepsbevolking vormen. Vanuit economisch perspectief hebben we graag een beroepsbevolking met kennis en vaardigheden die in trek zijn op de arbeidsmarkt – afgestudeerden met een grote kans om snel werk te vinden dus. En vaak vertaalt zich dit ook in een hoog startsalaris.
Kansen en keuzes
Maakt het dan echt zoveel uit welke opleiding je hebt gedaan, zeker nu de arbeidsmarkt zo krap is? Uit ons onderzoek blijkt van wel. Natuurlijk, op dit moment zijn de kansen op een baan voor iedereen hoger dan tijdens de kredietcrisis en bijbehorende recessie van 2008-2009. Maar er zijn nog steeds best wel grote verschillen tussen afgestudeerden. Van de afgestudeerden met een technisch diploma op mbo-4 niveau heeft bijvoorbeeld 6% een jaar na afstuderen geen betaald werk. In de sector handel is dit 13%.
Hoewel de verschillen tussen studierichtingen groot kunnen zijn, vinden we geen bewijs dat studiekiezers hierop reageren. Als we bijvoorbeeld kijken naar sectoren waar de startsalarissen met de jaren zijn gestegen, zien we dat de studie-inschrijvingen voor die sectoren ongeveer net zo vaak toe- als afnemen. Kennelijk staat “later veel geld gaan verdienen” lang niet bij iedere studiekiezer bovenaan op het lijstje overwegingen. En nee, ook niet bij toekomstige economen. Hoewel de salarissen van universitair afgestudeerden in de sector economie al jaren achterblijven, neemt het aandeel inschrijvingen hier juist toe.
Werkplezier of baankans
Als reactie op ons onderzoek kregen we regelmatig de vraag of de overheid hier iets aan moet doen. Sommige mensen vinden het vooral belangrijk dat jongeren iets kiezen dat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn. Anderen wijzen erop dat het ook fijn is als je na afloop van je studie een baan kunt vinden in het vakgebied waarvoor je bent opgeleid. Voor beide standpunten is wat te zeggen. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het wenselijk dat afstudeerders zicht hebben op een inkomen waarmee ze een zelfstandig bestaan kunnen opbouwen, wat overigens nog niet hetzelfde is als “rijk worden”. Maar als maatschappij willen we ook dat mensen hun talenten kunnen gebruiken. En niet alle arbeidsmarktontwikkelingen zijn exact te voorspellen, waardoor een keuze met het hart soms onverwacht goed uit kan pakken.
Natuurlijk, sommige trends zijn vrij duidelijk. Er zijn bijvoorbeeld al grote tekorten aan technici en zorgpersoneel en de energietransitie en vergrijzing zullen de vraag naar deze mensen alleen maar doen toenemen. Maar andere ontwikkelingen zijn onvoorzien. Zo heeft mijn broer bos- en natuurbeheer gestudeerd. De stereotype vraag daar is “jij wil later zeker boswachter worden?”. Bos- en natuurbeheer staat inderdaad niet in de lijstjes met best verdienende studies. Maar door recente juridische uitspraken over stikstof en vleermuisbescherming bij woningisolatie is er op het moment een flink tekort aan ecologen. Met een diploma bos- en natuurbeheer is je baanperspectief opeens prima, hoewel de kans om boswachter te worden nog altijd beperkt is.
(Bij)sturing overheid?
Nog een andere vraag die we kregen is hoe de overheid eventueel de studiekeuze zou kunnen bijsturen. Gedurende ons onderzoek hebben we gezocht naar literatuur over dit onderwerp, maar er bleek vrij weinig bekend. Sturen door het collegegeld voor sommige studies te verlagen, lijkt in ieder geval niet echt te werken. De afgelopen jaren kregen eerste- en tweedejaars pabostudenten korting op hun collegegeld, maar volgens een evaluatie door Berenschot heeft dit geen effect gehad op de inschrijvingen. Niet zo gek als je bedenkt dat de inschrijvingen volgens ons onderzoek ook niet reageren op startsalarissen.
Ander onderzoek focust op het beeld dat vmbo-leerlingen hebben over de arbeidsmarkt. Dit blijkt regelmatig niet te kloppen. Wanneer vmbo-leerlingen en studiekiezers expliciet werden gewezen op de arbeidsmarktperspectieven van hun favoriete studies, bleek dit de uiteindelijke keuze enigszins bij te sturen in de richting van studies met een beter perspectief. Maar of dit ook geldt voor havo- en vwo-scholieren is nog niet onderzocht. Daarnaast zou het logisch zijn om dit soort informatie al aan te bieden voordat scholieren hun profielkeuze maken – die bepaalt immers deels welke opties je na het halen van je diploma hebt. Maar ook hiernaar is nog geen onderzoek gedaan.
Passende studie
Zelf hoorde ik in de brugklas voor het eerst van de studie econometrie en ik was meteen verkocht. De arbeidsmarkt was nog ver weg, maar knutselen met cijfers en daarmee een verhaal vertellen leek me fantastisch. Later gaf een open dag met proefcolleges de doorslag: dit vond ik leuk! Het vooruitzicht op een goede baan was hooguit een aardige bijkomstigheid. En eigenlijk gun ik iedere studiekiezer vooral die ervaring dat die ene studie helemaal bij jou past. Of dat nu econometrie is, egyptologie of elektrotechniek. Maar mocht je nog twijfelen en binnenkort de knoop moeten doorhakken: zorg er in ieder geval voor dat je weet wat het perspectief is van jouw favoriete studies. Wellicht kan dat net de doorslag geven bij je keuze. Veel studieplezier en -succes!
- meer over Marielle
alle columns en artikelen
Marielle Non
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal Planbureau
- meer over Marielle
Recente CPB columns
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
- De sleutel tot meer woongenot - Jurre Thiel
- Een prikkelend toekomstperspectief - Jan-Maarten van Sonsbeek
alle columns en artikelen