24 november 2003

Explaining Dutch emissions of CO2; a decomposition analysis

Exportgerichtheid Nederlandse economie vraagt om internationaal CO2-beleid

Persbericht
De Nederlandse overheid zal nog een grote beleidsinspanning moeten leveren om te kunnen voldoen aan de Kyoto-verplichting om in 2010 de emissies van broeikasgassen met 6% te verminderen ten opzichte van de hoeveelheid uitstoot in 1990.

Het terugdringen van deze emissies behoort tot de hardnekkigste milieuproblemen omdat met name de uitstoot van kooldioxide (CO2) nauw verbonden is met de groei van de economie. Doordat vooral de op export gerichte sectoren zorgen voor de toename van de CO2-emissies, moeten beleidsmaatregelen om de uitstoot te reduceren in internationaal verband plaats vinden. Het Europese systeem van emissiehandel dat met ingang van 2005 gaat starten, biedt voor Nederland grote kansen.

Dit concluderen Alex Hoen en Machiel Mulder van het Centraal Planbureau in het CPB Discussion Paper 'Explaining Dutch emissions of CO2: a decomposition analysis'.

De emissies van CO2 zijn de afgelopen jaren toegenomen, ondanks dat veel besparende maatregelen zijn getroffen. Het blijkt dat de besparingen op het gebruik van energie per eenheid product onvoldoende opwegen tegen de toename van het energieverbruik door een aantal grootverbruikende sectoren. Het gaat hierbij vooral om de elektriciteitssector, de olie-industrie, de chemische industrie en de transportsector. Met uitzondering van de elektriciteitssector zijn deze energie-intensieve sectoren vooral op de export gericht.

Van de totale emissies aan CO2 in Nederland is voor ongeveer 50% het gevolg van productie voor het buitenland. Ongeveer een kwart van de binnenlandse emissies komt voort uit binnenlandse consumptie. Het resterende deel komt voor rekening van overheidsbestedingen en investeringen.

De sterke verwevenheid tussen CO2-emissies en export maakt het moeilijk om een doeltreffend nationaal milieubeleid te voeren. Maatregelen die de emissies omlaag brengen, kunnen namelijk de kosten van export vergroten en daarmee de Nederlandse economie schade toe brengen. Wanneer de exportgerichte activiteiten echter worden ontzien, is het realiseren van de Kyoto-verplichting eveneens problematisch omdat dan bij de overige, op het binnenland gerichte activiteiten, meer en relatief dure maatregelen moeten worden genomen. Uit eerdere analyses van het CPB kwam naar voren dat intensivering van het huidige, nationale CO2-beleid in 2020 een verlies van 0,7% aan Nationaal Inkomen zou opleveren, terwijl de macro-economische kosten van een internationaal emissiehandelsysteem slechts 0,2% bedragen.

Door de sterke exportgerichtheid van de Nederlandse economie zijn nationale maatregelen om de afspraken in het Kyoto-protocol na te komen beduidend duurder dan beleidsmaatregelen die in internationaal verband worden getroffen. Het Europese systeem van emissiehandel dat de Europese Unie per 2005 wil invoeren biedt voor Nederland een efficiënte manier om het Kyoto-doel te realiseren. Met een dergelijk systeem krijgen ook de buitenlandse concurrenten van de Nederlandse energie-intensieve industrie te maken met hogere kosten, zodat de onderlinge concurrentieposities niet wijzigen door de maatregelen. Daarnaast biedt dat handelssysteem de mogelijkheid om emissies elders te laten reduceren via het kopen van emissierechten, waardoor Nederland minder dure maatregelen hoeft te nemen.

Ontleding van Nederlandse CO2-data toont aan dat er grote vooruitgang gemaakt is met de reductie van CO2-uitstoot door het overgaan op minder CO2-intensieve technologieën. 

Daarnaast is de vraag verschoven in de richting van producten die zijn geproduceerd met minder CO2-uitstoot. Bovendien hebben verschuivingen in input van productieprocessen geleid tot lagere CO2-emissies.

Deze effecten zijn echter overtroffen door de toegenomen CO2-uitstoot ten gevolge van economische groei. Vooral de exportgroei heeft substantieel tot meer CO2- uitstoot geleid. Dientengevolge blijft de CO2-uitstoot een hardnekkig milieuprobleem, ondanks grote verbeteringen op het gebied van energie-efficiëntie en het koolstofgehalte van het energieverbruik.

Beleidsmaatregelen die de marginale kosten van 'vuile' producten beïnvloeden, zoals een internationaal systeem van emissiehandel, kunnen de vraag naar deze producten beïnvloeden en dientengevolge de emissies op een efficiënte manier verlagen. Ander beleid zou de Nederlandse concurrentiepositie kunnen beïnvloeden, omdat de CO2-uitstoot nauw samenhangt met de export. Er dient in ieder geval actie te worden ondernomen, omdat de analyse aantoont dat anders de doelstellingen van het Kyoto-protocol misschien niet gehaald worden.

Auteurs

Alex Hoen
Machiel Mulder