12 juni 2006

Het groeipotentieel van de Nederlandse economie tot 2011.

Structurele groei 2% per jaar tot 2011

Persbericht
Voor de periode 2008-2011 is de verwachte structurele groei van de Nederlandse economie 2% per jaar. De grootste bijdrage aan de groei komt uit de toename van de arbeidsproductiviteit met 1,7% per jaar, terwijl het arbeidsaanbod (in arbeidsjaren) gemiddeld met slechts 0,3% per jaar toeneemt.

Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document 'Het groeipotentieel van de Nederlandse economie tot 2011'. Deze studie geeft aan met welke structurele groei van de economie het volgende kabinet rekening kan houden voor de periode 2008-2011, uitgaande van ongewijzigd beleid. Dit groeipotentieel dient als input voor de scenario-analyse voor de jaren 2008-2011 die eind dit jaar zal verschijnen.

Tegelijk met dit rapport publiceert het CPB vandaag nog diverse andere studies die zijn gericht op de komende kabinetsperiode. Twee memoranda geven op deelterreinen een onderbouwing voor de berekening van het groeipotentieel. Daarnaast komen de 'Boekhoudkundige berekening budgettaire ruimte 2008-2011' en 'Een scenario voor de zorguitgaven 2008-2011' met afzonderlijke persberichten naar buiten.

De analyse in 'Het groeipotentieel van de Nederlandse economie tot 2011' richt zich op de potentiële of structurele groei van de Nederlandse economie, ofwel de groei van de economie geschoond van conjuncturele ontwikkelingen. De potentiële groei is opgebouwd uit de structurele ontwikkeling van de werkgelegenheid en de arbeidsproductiviteit.

Lagere groei werkgelegenheid
De groei van het arbeidsaanbod in personen vlakt naar verwachting af tot 0,5% per jaar in de periode 2008-2011. Demografische factoren (vergrijzing en afnemende groei van de bevolking) drukken deze groei. Daar staat tegenover dat de mate waarin met name vrouwen en ouderen participeren op de arbeidsmarkt iets toeneemt. Het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking stijgt over de vier genoemde jaren naar verwachting met ruim 1%-punt tot 45%. De deeltijdfactor neemt licht toe, zodat de groei van het arbeidsaanbod in arbeidsjaren (0,3% per jaar) iets lager uitkomt dan die in personen. De structurele werkgelegenheidsgroei in arbeidsjaren, dat wil zeggen de groei van het arbeidsaanbod gecorrigeerd voor de werkloosheid, stijgt met 0,4% per jaar in de periode 2008-2011.

Aantrekkende groei arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit (gemeten als productie per arbeidsjaar) groeit in de beschouwde periode naar verwachting met 1,7% per jaar. Dit is een lichte versnelling ten opzichte van voorgaande jaren, voornamelijk door een toename van de kapitaalintensiteit. De investeringen hebben in de jaren 2002-2007 de groei van het BBP niet bijgehouden. Een deel van het verschil zal in de periode 2008-2011 worden ingehaald, waardoor de kapitaalintensiteit stijgt. Dit heeft een positief effect op de structurele arbeidsproductiviteit. In de zorgsector is gerekend met een lichte stijging van de arbeidsproductiviteit met 0,3% per jaar, wat een hogere groei is dan in de afgelopen 15 jaar.

Feitelijke groei blijft onzeker
De structurele groei bedraagt naar verwachting 2% per jaar in de periode 2008-2011. De feitelijke productie ligt soms onder en soms boven het potentiële niveau vanwege schommelingen in de conjunctuur. Bij de huidige kortetermijnramingen is de conjuncturele situatie in 2007 bijna neutraal zodat de verwachte gemiddelde jaarlijkse groei van het BBP is nagenoeg even hoog is als de groei van de potentiële productie, namelijk 2%.

Ramingen zijn echter altijd omgeven met onzekerheden. In verdere analyses zullen we daarom gebruik maken van twee scenario's rond deze centrale projectie: een voorzichtig en een optimistisch scenario.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De drijvende factoren achter de potentiële groei zijn de ontwikkeling van het arbeidsaanbod, de partiële evenwichtswerkloosheid en de arbeidsproductiviteit. Het arbeidsaanbod (in arbeidsjaren) neemt gemiddeld toe met 0,3% per jaar. Dat is beduidend minder dan in het verleden, wat samenhangt met de vergrijzende bevolking. De daling van de partiële evenwichtswerkloosheid draagt enigszins bij aan de economische groei. De grootste bijdrage aan de groei komt uit de toename van de arbeidsproductiviteit met 1,7% per jaar. Dit is een lichte versnelling ten opzichte van voorgaande jaren, die voornamelijk veroorzaakt wordt door een toename van de kapitaalintensiteit. Ook de naar verwachting iets hogere groei van de arbeidsproductiviteit in de niet-marktsectoren draagt er toe bij.

Sleutelwoorden: Economische groei, potentiële groei, output gap