9 augustus 2007

The impact of homeownership on unemployment in the Netherlands

Eigenwoningbezitters zoeken baan vooral in eigen regio

Persbericht
Binnen de eigen regio vinden werkloze eigenwoningbezitters sneller een baan dan werkloze huurders, terwijl er buiten de eigen regio geen significant verschil is in baanvindkans tussen werkloze huurders en eigenwoningbezitters. Bij het huidige aantal koopwoningen in Nederland vinden eigenwoningbezitters per saldo dus sneller een baan.

Dit betekent echter niet dat een toename van het aantal koopwoningen leidt tot een lagere werkloosheid.

Dit concluderen de onderzoekers Michiel van Leuvensteijn van het Centraal Planbureau (CPB) en Aico van Vuuren van de Vrije Universiteit Amsterdam in het vandaag gepubliceerde CPB Discussion Paper 'The impact of homeownership on unemployment in the Netherlands'. De onderzoekers hebben hiervoor gebruik gemaakt van belastinggegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het woon- en werkgedrag van zo'n 75 duizend respondenten over de periode 1989-2001.

Werkloze eigenwoningbezitters vinden in 7,4 procent van de gevallen een baan buiten de eigen regio, de overigen komen binnen de eigen regio weer aan het werk. Bij werkloze huurders is dit percentage 8,8 procent. Ongeveer 0,5 procent-punt van dit verschil is toe te schrijven aan verschillen in karakteristieken tussen huurders en kopers, zoals verschillen in leeftijd en burgerlijke staat. Werkloze eigenwoningbezitters zoeken eerder een baan binnen de eigen regio dan werkloze huurders door de hoge transactiekosten. Deze maken het voor hen minder aantrekkelijk om een baan te accepteren als zij hiervoor moeten verhuizen.

In Nederland vinden werkloze eigenwoningbezitters per saldo sneller een baan, omdat ze eerder bereid zijn een baan op de lokale markt te accepteren om te voorkomen dat ze moeten verhuizen. Betekent dit nu ook dat een toename van het aantal koopwoningen leidt tot een lagere werkloosheid? Nee, naarmate er meer eigenwoningbezitters zijn, is het feit dat men een woning bezit en hierdoor eerder bereid is een baan te accepteren, minder onderscheidend op de arbeidsmarkt.

De uitkomsten van het onderzoek laten verder zien dat eigenwoningbezitters in de eerste maanden van hun werkloosheid vooral dichtbij huis naar werk zoeken. Daarna neemt de aandacht voor vacatures op de niet-lokale markt geleidelijk toe. De prikkel om een baan te vinden neemt toe, omdat eigenwoningbezitters na verloop van tijd in de bijstand komen. In de bijstand moeten zij eerst het kapitaal dat vastzit in hun woningen opmaken. Daardoor krijgen ze een lagere uitkering dan huurders in dezelfde omstandigheden. Eigenwoningbezitters worden dus minder kieskeurig naarmate de kans om in de bijstand te geraken toeneemt.

We analyseren het effect van eigenwoningbezit op de werkloosheidsduur. Hierbij maken we gebruik van een theoretisch model. 

Eerdere studies laten zien dat eigenwoningbezit de duur van werkloosheid zal verlengen. Desondanks vinden de meeste studies dat eigenwoningbezit de kans op werk voor een werkloze vergroot. In onze studie vinden wij dit laatste resultaat ook, alhoewel eigenwoningbezit de kans op werk buiten de eigen regio vermindert.

Dit effect is echter niet significant. Verder vinden we dat eigenwoningbezitters minder aanbiedingen uit de lokale arbeidsmarkt zouden krijgen, maar juist meer baanaanbiedingen buiten de eigen regio zouden ontvangen wanneer zij een woning huren in plaats van kopen. Dit laatste effect neemt af naarmate de eigenwoningbezitter langduriger werkloos is.

Auteurs

Aico van Vuuren
Michiel van Leuvensteijn