11 september 2012

Kinderopvangsubsidies en arbeidsparticipatie: empirisch bewijs van een grote Nederlandse hervorming

Over de periode 2005-2009 heeft de Nederlandse overheid de subsidies voor kinderopvang flink verhoogd, de gemiddelde ouderbijdrage werd hierdoor gehalveerd, en uitgebreid naar gastouderopvang. We schatten het arbeidsaanbodeffect van deze hervorming met een zogenaamde ‘verschil-in-verschillen’ strategie.
No title

Hierbij zijn ouders met een ouder kind als controlegroep gebruikt. We vinden dat het effect van de hervorming op de arbeidsparticipatie niet groot was. Het gemeten effect is bovendien een bovengrens omdat in dezelfde periode ook de aanvullende combinatiekorting is geïntensiveerd. De gezamenlijke hervorming leidde tot een stijging van de werkgelegenheidsgraad van moeders met 2,3%-punt (3,0%). Het aantal gewerkte uren van moeders steeg met 1,1 uur per week (6,2%). Een decompositie van het effect op het aantal gewerkte uren laat zien dat dit vooral het gevolg is van een toename in het aantal uren per werkende, en in mindere mate door niet-werkenden die gaan werken. Een robuustheidanalyse laat zien dat de resultaten robuust zijn.

Auteurs

Egbert Jongen
Paul Muller (VU/Tinbergen)

Lees meer over