23 maart 2004

Momentopname van de AWBZ: een analyse van de sterke en zwakke punten

Gemoderniseerde AWBZ is meer klantgericht, maar doelmatigheid kan groter

Persbericht
De modernisering van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en het bestrijden van de wachtlijsten hebben de klantgerichtheid, de toegankelijkheid en de flexibiliteit verbeterd. De doelmatigheid is wel toegenomen, maar zou nog groter kunnen. De beheersbaarheid van de kosten in deze sector is echter verslechterd.

In de jaren 2000-2002 zijn de uitgaven in totaal met ongeveer eenderde toegenomen, ofwel gemiddeld 11% per jaar.
Er zijn mogelijkheden om het functioneren van de AWBZ verder te verbeteren, maar deze vergen een zorgvuldige afweging per type zorg. Zo zijn voor alle soorten AWBZ-zorg verbeteringen te overwegen in de prikkels die zorginkopers krijgen om de gevraagde zorgdiensten zo doelmatig mogelijk in te kopen. Soms kan dit een verbetering in de richting van marktachtige prikkels zijn. Zulke prikkels bij het inkopen zijn echter niet voor alle soorten AWBZ-zorg geschikt.

Dit concludeert het CPB in het Document 'Momentopname van de AWBZ: Een analyse van de sterke en zwakke punten'. In deze analyse heeft het CPB bekeken in hoeverre de prikkels in de gemoderniseerde AWBZ afdoende zijn om de beleidsdoelen te bereiken. Dit kan een basis zijn voor vervolgonderzoek naar concrete oplossingen voor de problemen in de AWBZ.
De AWBZ is een verplichte verzekering die de gehele bevolking verzekert tegen bijzondere ziektekosten. Momenteel dekt de AWBZ onder meer de uitgaven voor ouderenzorg, gehandicaptenzorg, thuiszorg en geestelijke gezondheidszorg.

Modernisering AWBZ
In het vorige decennium kenmerkte de AWBZ zich door overheidssturing van de zorgaanbieders, waarbij strakke budgettering gepaard ging met wachtlijsten en weinig klantgerichtheid. Door de rechterlijke en beleidsmatige erkenning van het 'recht op zorg' verdwenen de budgettaire beperkingen grotendeels en zijn er vanaf 2000 extra gelden voor de AWBZ-zorg beschikbaar gekomen om wachtlijsten weg te werken.
Sinds de AWBZ in april 2003 is gemoderniseerd, zijn persoonsgebonden budgetten (PGB's) een grotere rol gaan spelen. Dit geeft zorgvragers meer invloed. De doelmatigheid kan toenemen, omdat zorgvragers proberen zo goed mogelijk hun wensen te vervullen met het gegeven budget. Het gebruik van PGB's kan er echter ook toe leiden dat het type zorg dat tot nu toe vaak als mantelzorg werd gegeven door familieleden en vrienden, in de toekomst uit de AWBZ gefinancierd zal worden. Dit kan tot forse kostenstijgingen leiden.

Uitgaven AWBZ fors toegenomen
Na de erkenning van het recht op zorg zijn de uitgaven voor de AWBZ aanzienlijk toegenomen. Terwijl de uitgaven (volgens de definitie van het College voor Zorgverzekeringen) in 1999 nog met 4% groeiden, was dit tussen 2000 en 2002 gemiddeld ongeveer 11% per jaar. In 2003 groeiden de uitgaven met 9% weliswaar minder dan in 2002 (14%), maar nog altijd sterk. Het volume van de zorg is toegenomen, maar ook prijsstijgingen speelden een aanzienlijke rol.
Voor een deel hangt de hoge volumestijging samen met factoren als vergrijzing, individualisering, teruglopende wachtlijsten en latente vraag. Anderzijds heeft de hoge uitgavengroei echter ook te maken met de financiële en organisatorische prikkels voor zorginkopers en zorgaanbieders.
Door de hoge stijging van de AWBZ-uitgaven en de lage economische groei van de afgelopen jaren zijn zorgen over de betaalbaarheid weer meer naar voren gekomen. Per 1 januari 2004 zijn de eigen bijdragen voor de AWBZ verhoogd en is het pakket voor psychotherapie verkleind. Daarnaast is het Ministerie van VWS bezig met het ontwikkelen van een nieuwe visie op de AWBZ.

Meer prikkels nodig om doelmatigheid en kwaliteit AWBZ-zorg te verbeteren
Financiële en organisatorische prikkels in de AWBZ zijn deels nog gebaseerd op het oude budgetteringssysteem. Het zorgkantoor (een zorgverzekeraar die in een regio is aangewezen om de uitvoering van de AWBZ te verzorgen) dat de zorg in natura inkoopt, heeft in financieel opzicht een perverse prikkel. De kosten van de zorg worden namelijk vergoed, waardoor doelmatig inkopen voor het zorgkantoor zelf geen geld bespaart. Tegelijkertijd zijn de beheerskosten gebudgetteerd, waardoor investeringen in doelmatig inkopen wel voor rekening van het zorgkantoor komen.
Ook de prikkels voor het verbeteren van de medisch-inhoudelijke kwaliteit schieten tekort. Om deze prikkels te verbeteren zou om te beginnen meer informatie over de kwaliteit beschikbaar moeten komen. De langdurige zorg binnen instellingen zou verbeterd kunnen worden op aspecten zoals privacy en autonomie, welke belangrijk zijn voor de cliënten. Door de tekorten aan zorgaanbod kan het zorgkantoor echter onvoldoende eisen stellen aan de zorg. Het huidige stelsel bevat weinig prikkels om dit probleem op te lossen door het aanbod in instellingen (bijvoorbeeld verpleeghuizen) te vergroten. Mocht toegankelijkheid een probleem blijven, dan valt te overwegen om het verbod op winst bij aanbieders los te laten.

Voor welke typen zorg is overheveling van AWBZ naar basisverzekering mogelijk?
Verbetering van het stelsel vereist een zorgvuldige afweging van de vraag welk type zorg geschikt is om onder concurrentie te worden ingekocht. De studie onderscheidt een aantal criteria die kunnen aangeven of een bepaald type zorg geschikt is voor overheveling van de AWBZ naar de nieuwe basisverzekering voor ziektekosten, waarin concurrentie een grotere rol speelt. De ziekenfondsverzekeringen en de particuliere ziektekostenverzekeringen zullen in deze basisverzekering opgaan.
De criteria zijn onder meer of de kwaliteit van de zorg goed te controleren valt, of er voldoende mensen zijn die bij het afsluiten van een ziektekostenverzekering aandacht besteden aan dit type zorg, en of goede zorg ook effecten heeft voor anderen dan de cliënt zelf (bijvoorbeeld verslavingszorg die de overlast voor anderen kan beperken).
De doelmatigheid kan worden verbeterd door op genezing gerichte delen van de geestelijke gezondheidszorg en van de thuiszorg op te nemen in de nieuwe basisverzekering. De zorginkoop geschiedt dan door concurrerende en risicodragende verzekeraars.
Eventuele overheveling van langdurige zorg in instellingen vanuit de AWBZ naar de nieuwe basisverzekering vergt nader onderzoek. Een voorwaarde voor een succesvolle overheveling is in ieder geval dat de overgehevelde zorg in de basisverzekering op een passende wijze verwerkt kan worden in het systeem van risicoverevening, het systeem dat verzekeraars met veel slechte risico's financieel compenseert. Verpleeghuiszorg en zorg voor gehandicapten brengen bijvoorbeeld hoge uitgaven met zich mee. Zonder compensatie hiervoor zouden verzekeraars in grote financiële problemen kunnen komen als deze zorgvormen naar de basisverzekering overgaan, waar een verbod op premiedifferentiatie geldt. Daarnaast moet goede informatie over de kwaliteit van de zorg beschikbaar komen, zodat patiënten en verzekeraars kunnen controleren of de kwaliteit van de zorg op peil blijft.

Afstemming van diverse zorgvormen wellicht doelmatiger op lokaal niveau
Mensen met gezondheidsbeperkingen kunnen langer zelfstandig blijven wonen door een goede afstemming van de zorg die zij nodig hebben met geschikte huisvesting, hulpmiddelen en ondersteunende diensten (zoals maaltijden en alarmering). Deze afstemming is een lokaal proces, waardoor een gemeente of een samenwerkingsverband van kleinere gemeenten hier wellicht een geschiktere regisseur is dan de zorgverzekeraar.
Bovendien valt te overwegen om bij de indicatiestelling door de Regionale Indicatie Organen (RIO's) meer aandacht te geven aan doelmatigheid. Voorzover zorginkoop binnen de AWBZ blijft, kan gedacht worden aan een publiek zorgkantoor dat wordt geprikkeld via zwakke vormen van concurrentie, zoals het vergelijken van de prestaties van verschillende zorgkantoren.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Er wordt een beschrijving gegeven van de gemoderniseerde AWBZ. Voor de verschillende betrokken partijen wordt bekeken welke prikkels ze ondervinden. Vervolgens wordt geanalyseerd in hoeverre die prikkels voldoende zijn om de doelstellingen van het beleid te bereiken. Door de modernisering is de AWBZ meer vraaggericht geworden en heeft de doelmatigheid een impuls gekregen. Echter, de beheersbaarheid van de groei van de macrokosten is verslechterd en de prikkels voor doelmatigheid en kwaliteit schieten op een aantal punten nog tekort.

Op grond van de analyse worden mogelijke oplossingsrichtingen aangestipt. Een volledige analyse van voor- en nadelen van de oplossingsrichtingen vergt vervolgonderzoek.