19 december 2019

Beperking van belastingvoordelen voor brievenbusmaatschappijen in de EU

Belasting ontwijken moeilijker voor multinationals

Persbericht
Voor multinationals wordt het moeilijker om te profiteren van belastingvoordelen van Europese regels door uitspraken van het Europese Hof van Justitie. Wereldwijd kan het profijt van het omsluizen van hun inkomen via brievenbusfirma’s wel met 20 procent dalen. Wanneer ook niet EU-lidstaten meedoen wordt het effect groter.Dat blijkt uit een rapport van het Centraal Planbureau (CPB): ‘Limitation of holding structures for intra-EU dividends: A blow to tax avoidance?’
No title

Het rapport analyseert recente uitspraken van het Europese Hof van Justitie over de belastingvoordelen bij  brievenbusmaatschappijen in de EU. Voor die belastingvoordelen werd een beroep gedaan op Europese richtlijnen. Volgens de uitspraken kan het belastingvoordeel worden geweigerd wanneer de uiteindelijk gerechtigde van de betalingen zich buiten de EU bevindt. 

De uitspraken van het Europese Hof vallen samen met het beleid van de OESO en de EU om belastingontwijking te bestrijden, concludeert het CPB. Dit is van groot belang, omdat veel landen nu nationale instrumenten hebben om direct het misbruik van verdragsrecht aan te pakken en de verdragsvoordelen te weigeren. Dit kan het einde zijn van bepaalde eigendomsstructuren van multinationals met als enige doel een lagere belastingafdracht.

Het CPB concludeert dat de gerechtelijke uitspraken de mogelijkheden voor multinationals aanzienlijk beperken om hun belastingdruk te verminderen. Het wereldwijd gemiddelde belastingvoordeel hiervan neemt af. Dit daalt met 1,1 procentpunt van 5,6% naar 4,5%. Dit is het geval wanneer de EU-lidstaten niet meer gebruikt kunnen worden voor het omsluizen van de stromen.

Wanneer ook de andere landen van de OESO en van het Inclusive Framework (inclusief samenwerkende niet-OESO landen) ter bestrijding van belastingontwijking meedoen, wordt het effect nog groter. 
 

Het CPB concludeert dat landen die standaard al geen bronbelasting heffen, wel vaak gebruikt blijven worden als doorsluisland. Want ook zonder verdrag hoeft geen belasting betaald te worden. Wanneer de EU en de OESO-landen een hoge bronbelasting heffen op de financiële stromen naar al hun verdragspartners bij brievenbusmaatschappen, dan blijft er vrijwel niets over van het belastingvoordeel van omsluizen.

This alignment is historical in international tax law as it encompasses a record-high number of states and because it introduces a minimum standard of tools to combat tax treaty abuse directly into national state legislation. This could be the end for certain tax-motivated structures of international companies. 

From a quantitative perspective, the conclusion is that the rulings limit the potential for Multinational Enterprises to lower their tax burden considerably. The worldwide average potential gain from treaty shopping is reduced by 1.1 percentage points from 5.6% to 4.5% when the EU member states cannot be used on treaty shopping routes. With more countries, and treaties, involved, the combat against tax avoidance is more effective. However, the fact that some countries have a standard withholding tax rate of zero percent hampers the combat. If a prohibitive penalty is applied on indirect routes to all partner countries, the policy is much more effective. The gains from treaty shopping all but disappear in such a setting.