Sociale media dwingen tot keuzes maken
Petra Messelink
eindredacteur bij het Centraal PlanbureauBij het CPB hebben we de keuze gemaakt om op twee socialemediakanalen actief te zijn: Twitter en LinkedIn. Het is effectief om onze wetenschappelijke bevindingen via deze kanalen op een laagdrempelige manier te verspreiden. We zien dat mensen via deze berichten ook naar onze website gaan en daar bekijken welke analyses wij voor economisch beleid maken. Een uitdaging is hoeveel tijd er in sociale media geïnvesteerd moet worden en wat te doen met reacties op onze berichten.
Officiële dag
Vrijdag 30 juni is het socialemediadag (en niet te vergeten nationale kappersdag). Sociale media hebben onze wereld in razendsnel tempo veranderd in positieve en soms negatieve zin. Ook het CPB plukt daar de (soms zure) vruchten van. Twitter is vooral heel bruikbaar, omdat je zo goed als real-time informatie kunt delen met grote groepen mensen. Niet voor niets gebruiken journalisten, beleidsmedewerkers, politici en opinieleiders het medium veel, en voor ons is het van belang hen weer goed te bereiken. Het CPB gebruikt dit kanaal dan ook vooral om informatie te delen.
LinkedIn is een bekende ‘go-to-plek’ geworden voor mensen die willen netwerken, professionele ervaringen en promoties delen, wetenschappelijke artikelen publiceren, een nieuwe baan zoeken of gevonden hebben. Ook hier deelt het CPB berichten over de publicaties en kondigen we onze columns iets uitgebreider aan. Daarnaast krijgen steevast de nieuwe vacatures een post, zodat die onder de aandacht van de relevante netwerken gebracht worden.
Voorbeeld
In het kader van de socialemediadag morgen heb ik eens wat nauwkeuriger gekeken naar reacties op berichten van het CPB. Aan de hand van de recente CPB/SCP-publicatie over kinderopvang, bekeek ik in hoeverre er echt vragen gesteld worden. In de basis is dat immers een van de grote pluspunten van sociale media; snel contact kunnen krijgen met anderen.
Benieuwd naar de dialoog over zo’n onderwerp leerde een rondgang dat de verschillen tussen Twitter en LinkedIn ook voor het CPB groot zijn. Op Twitter bleek dat de zeer beperkte hoeveelheid reacties op ons bericht vooral een (in de overheid) teleurgestelde ondertoon hadden, zoals deze: ”Bijna gratis kinderopvang was ook te mooi om waar te zijn. Tijdens de verkiezingen ‘kinderopvang wordt gratis’. In werkelijkheid, zoals gebruikelijk, kinderopvang duurder.” “En wie gaan erop vooruit, de mensen met de toch al goede inkomens”. Ook in de Twitterreacties op krantenartikelen over dit onderzoek was de teleurstelling duidelijk voelbaar, maar bleek ook wel dat de reageerders het betreffende artikel, en het onderzoek, niet hadden gelezen. Ze gingen in hun reacties eigenlijk alleen af op wat er in de tweet werd gemeld. Nadat er maanden werk in zo’n onderzoek is gestoken, zijn al deze reacties misschien wat teleurstellend, maar tegelijkertijd benadrukt het ook hoe belangrijk het is goed na te denken over wat we via sociale media uitsturen. Niet iedereen heeft de tijd om onze hele publicatie te lezen, dus als we ze maar een zin kunnen meegeven, welke is dat dan?
Dan maar even naar LinkedIn. Daar is meer ruimte voor tekst dan op Twitter en — voor ons als wetenschappelijke instituut heel fijn — daarmee meer ruimte voor belangrijke nuances. Misschien is dat wel waarom we op LinkedIn vaker inhoudelijke vragen en opmerkingen krijgen. Dit keer bijvoorbeeld: “is die 15.000 fte (dit is de verwachte toename in werkgelegenheid) inclusief de werkgelegenheidsgroei in de kinderopvang zelf?” De onderzoeker reageerde: dat is de groei door de toename in de arbeidsdeelname van ouders. En er was een tip met, het zij gezegd, een licht teleurgestelde ondertoon: “Misschien een idee om ‘stelselwijzigingen’ aangekondigd door de politiek EERST objectief te laten toetsen op realiteitszin?”.
Afwegingen
De uitkomsten van dit niet-wetenschappelijke mini-onderzoek verrassen niet. Via beide middelen kun je een verbinding aangaan met mensen en dat is juist de charme ervan. Het beheren van sociale mediaplatforms is echter tijdrovend, en als ik kijk naar mijn ‘to-do-lijst’ heb ik ook wel andere dingen te doen. Maar het is ook van belang goed te laten zien wat het CPB publiceert en een vinger aan de pols te houden bij de reacties daarop.
Privé is die afweging wat gemakkelijker. Aan Twitter besteed ik zelf nog maar een fractie van de tijd die ik er ooit (als journalist) aan besteedde. Ook Facebook heeft bij mij het onderspit moeten delven. Instagram daarentegen is steeds belangrijker geworden om contact te houden met vrienden en me te laten inspireren door mensen die dezelfde hobby’s als ik hebben. En LinkedIn? Daar probeer ik mijn cv op orde te houden, af en toe wat te reageren (vooral felicitaties aan mensen die van baan veranderen) en soms wat te posten. Zoals vandaag bijvoorbeeld deze column.
Petra Messelink
- meer over Petra
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
- De sleutel tot meer woongenot - Jurre Thiel
alle columns en artikelen