Investeren in de arbeidsmarktintegratie van statushouders
Wacht niet met de inburgering en arbeidsmarktintegratie van statushouders
Vanaf 1 januari 2022 gaat de nieuwe Wet inburgering in en gaan gemeenten weer de regie voeren over de inburgering van nieuwkomers. Belangrijk doel van de nieuwe wet is een snellere integratie op de arbeidsmarkt. Daarvoor wordt met name ingezet op zogenoemde duale trajecten waarbij gemeenten direct (vrijwilligers)werk zoeken voor inburgeraars. Dit vraagt extra investeringen van gemeenten in de arbeidsparticipatie van nieuwkomers. Het kan voor gemeenten dus aantrekkelijk zijn hun inspanningen vooral te richten op degenen van wie ze verwachten dat ze in hun gemeente blijven. Het CPB-onderzoek laat echter zien dat het moeilijk is om goed te voorspellen welke nieuwkomers in de gemeente zullen blijven en welke niet. Het advies aan gemeenten is dan ook: ga ervan uit dat ze blijven.
Het CPB-onderzoek toont ook aan dat statushouders over het algemeen niet zelf verhuizen naar gemeenten of regio’s waar zij een grotere baankans hebben. Het onderzoek onderstreept dan ook dat het voor de arbeidsmarktintegratie belangrijk is dat statushouders bij voorkeur direct worden gehuisvest in een regio waar hun baankansen het grootst zijn. Dat kan door rekening te houden met de specifieke kennis en vaardigheden van de nieuwkomer en deze te koppelen aan de arbeidsmarktkenmerken van een regio.
Lees ook onderstaand bijbehorend achtergronddocument.
Downloads
Lees de hoofdpublicatie 'Investeren in de arbeidsmarktintegratie van statushouders'.
De verhuisgeneigdheid van statushouders is voorspeld met behulp van machine learning-technieken. Deze technieken stellen ons in staat om voorspellingen van het verhuisgedrag van statushouders te maken. Als het goed te voorspellen is wie er snel verhuist, is het minder nuttig om iemand snel te koppelen aan de lokale arbeidsmarkt. Het voordeel van machine learning-technieken is dat we zelf geen model maken, maar verschillende voorspelalgoritmen alle beschikbare data (leeftijd, geslacht, herkomstland, familiesituatie en woonplaats) geven en uitzoeken welk model de beste voorspelling oplevert. Zo voorkom je dat je als onderzoeker aan het begin bindende keuzes maakt – bijvoorbeeld het gebruik van een lineair model terwijl een niet-lineair model de verhuisgeneigdheid beter modelleert.
Het verhuisgedrag van statushouders blijkt moeilijk te voorspellen. Van slechts een zeer beperkte groep is met meer dan 50% zekerheid te zeggen dat ze verhuizen. Dit Achtergronddocument beschrijft stap voor stap welke voorspelalgoritmen gebruikt zijn en hoe goed de bijbehorende modellen verhuisgeneigdheid voorspellen.