28 februari 2005

Naar een toekomstbestendig stelsel voor arbeidsmarkt en sociale zekerheid

Toekomstbestendige verzorgingsstaat

Persbericht
Bestaande knelpunten en trends als vergrijzing en internationalisering nopen tot herijking van de verzorgingsstaat. Belangrijke doelstellingen van deze verzorgingsstaat, zoals vermindering van inkomensongelijkheid en vergroting van inkomenszekerheid, staan op gespannen voet met een hogere arbeidsdeelname en een grotere scholingsinspanning.

Tegen de achtergrond van dit fundamentele dilemma moet de overheid op zoek naar doelmatige instrumenten om ervoor te zorgen dat de verzorgingsstaat ook in de toekomst zijn bijdragen aan de maatschappelijke welvaart kan blijven leveren. De doelmatigheid wordt vergroot door te streven naar een welvaartsstaat op maat: goed gerichte herverdeling, strenge en gerichte activering van uitkeringgerechtigden, en een levensloopbeleid dat ruimte biedt voor individuele keuzes.

Dit is de algemene strekking van de notitie 'Naar een toekomstbestendig stelsel voor arbeidsmarkt en sociale zekerheid' die het CPB op verzoek van de Tweede Kamer heeft geschreven. De Vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer heeft het CPB verzocht zijn visie te geven op een toekomstbestendig stelsel van sociale zekerheid en arbeidsmarktinstituties naar aanleiding van de kabinetsnotitie 'Nieuwe accenten op het terrein van werk en inkomen.

Deze notitie is een tussentijds discussiestuk. Het CPB werkt momenteel aan een uitgebreidere studie naar de toekomst van de Nederlandse verzorgingsstaat in het licht van langetermijntrends. De studie zal naar verwachting eind 2005 worden gepubliceerd.

Enkele punten die uit de notitie naar voren komen, zijn:

  • Richt inkomenssteun goed:
    Inkomenssolidariteit kan het best worden georganiseerd via gerichte steun aan degenen die dit nodig hebben, in plaats van via generieke regelingen. Dus: geen basisinkomen maar solidariteit op maat.
  • Armoedeval onvermijdelijk:
    Als inkomenssteun gericht wordt op de laagste inkomens kan de armoedevalproblematiek niet worden voorkomen. Een meer geleidelijke afbouw van de inkomenssteun maakt deze minder gericht, en verschuift de negatieve prikkels op arbeidsdeelname en scholing naar de middengroepen.
  • Spaarelementen in sociale zekerheid alleen als aanvulling:
    Het vervangen van sociale verzekeringen door individuele spaarvoorzieningen vergroot de arbeidsdeelname maar gaat ten koste van risicosolidariteit en inkomenszekerheid. Het is niet doelmatig om sociale verzekeringen geheel te vervangen door spaararrangementen.
  • Cappuccinomodel niet doelmatig:
    Een doelmatige uitvoering van de sociale zekerheid vereist dat de verantwoordelijkheid voor de verzekering bij één partij ligt, om te voorkomen dat de risico's van nalatig gedrag worden afgewenteld. Een systeem waarbij de overheid zorgt voor een minimale basisverzekering en sociale partners dit vervolgens aanvullen, ook wel het cappuccinomodel genoemd, voldoet niet aan deze eis.
  • Activering met de stok effectiever dan met de wortel:
    Door een goed activerend beleid kan een hogere arbeidsparticipatie worden gecombineerd met solidariteit en inkomenszekerheid. Beleidsevaluaties laten zien dat de effectiviteit van positieve prikkels (beroepskeuzetesten, sollicitatietrainingen, cursussen, werkervaringsplaatsen, gesubsidieerde arbeid) in de praktijk gering is. Sancties en strenge verplichtingen blijken effectiever om de arbeidsparticipatie te verhogen.
  • Levensloop vraagt om accommoderend beleid:
    Leven lang leren en het combineren van arbeid en zorg vragen niet zozeer om publieke financiële ondersteuning maar veeleer om een overheid die bestaande verstoringen van individuele keuzes wegneemt, bijvoorbeeld bij kinderopvang, arbeidspatronen of uittreding.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Deze notitie bevat daartoe een aanzet. Daarbij zij aangetekend dat het CPB momenteel werkt aan een uitgebreide studie naar de toekomst van de Nederlandse welvaartsstaat in het licht van lange termijn trends. Deze studie zal naar verwachting eind 2005 worden gepubliceerd. De onderhavige notitie moet worden gezien als een tussentijds discussiestuk waarin de huidige inzichten worden verwoord.

Lees meer over