19 april 2004

Vier toekomstscenario's voor energiemarkten en klimaatverandering

CPB en RIVM: Toekomstig energiegebruik leidt niet tot tekorten, maar wel tot klimaatproblemen

Persbericht
De komende decennia zullen er voldoende voorraden aan gas en olie zijn, ook al neemt de vraag naar energie toe. Zorgen over een aanstaande uitputting van de fossiele voorraden zijn daarom niet terecht. Wel zal de verbranding van fossiele brandstoffen via de emissies van broeikasgassen tot meer klimaatverandering leiden.

Om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken, is het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen noodzakelijk. Om dat doel te bereiken zullen ontwikkelingslanden substantieel moeten bijdragen.

Dit zijn de belangrijkste conclusies die het Centraal Planbureau (CPB) en het Milieu -en Natuurplanbureau (MNP) trekken in de vandaag verschenen studie 'Four Futures for Energy Markets and Climate Change'. In dit rapport verkennen de onderzoekers Johannes Bollen (MNP), Ton Manders (CPB) en Machiel Mulder (CPB) de ontwikkeling in energie en klimaat op de lange termijn.

Vier Europese energiescenario's
Toekomstige ontwikkelingen in energie en klimaat zijn met grote onzekerheid omgeven. Om met die onzekerheden om te gaan zijn vier scenario's uitgewerkt. Deze energiescenario's zijn gebaseerd op de 22 oktober 2003 door CPB gepubliceerde economische scenario's Four Futures of Europe: Sterk Europa, Globaliserende Economie, Transatlantische Markt en Regionale Samenlevingen. In de vandaag uitgebrachte studie wordt 40 jaar vooruit gekeken. Weliswaar ligt de nadruk daarbij op Europa, maar de mondiale aspecten van energiegebruik en klimaatbeleid spelen nadrukkelijk een rol. Deze kwalitatieve en kwantitatieve scenario's zijn een belangrijke input voor vervolgstudies, zoals de studie Welvaart en Leefomgeving van de gezamenlijke planbureau's en de Duurzaamheidsverkenning van het RIVM-MNP.

Vraag naar energie neemt toe...
De belangrijkste drijvende kracht achter de toenemende vraag naar energie is de economische groei. Wel zal de energie-intensiteit (d.w.z. het energieverbruik per eenheid product) verder afnemen door technologische ontwikkelingen. Ook is er sprake van een verdergaande verschuiving in de richting van dienstverlenende sectoren, waardoor de groei van de vraag naar energie zal achterblijven bij die van de economie. De grootste stijging in de energievraag kan verwacht worden in ontwikkelingslanden.

...maar dit leidt niet tot tekorten
Dat economische ontwikkeling leidt tot een grotere vraag naar energie is niet zonder gevolgen. De eerstkomende decennia zal het aanbod van olie- en gasvoorraden voldoende zijn, zelfs wanneer de economie wereldwijd sterk groeit. Zorgen over een aanstaande uitputting van de fossiele energiebronnen zijn daarom niet terecht. Technologische verbeteringen maken het mogelijk meer olie en gas te vinden en economisch rendabel te winnen. Daarnaast zal olie uit niet-conventionele bronnen, zoals de teerzanden in Canada, het verminderde aanbod van conventionele olie steeds meer opvangen. Door technische verbeteringen aan de vraagzijde neemt bovendien het energiegebruik per eenheid product steeds verder af. Door al deze factoren zal de olieprijs daarom naar verwachting in de komende decennia structureel niet veel veranderen.

Belang van gas
als energiebron groeit De rol van gas in de energievoorziening wordt belangrijker. Gezien het opraken van de eigen gasvoorraden zal de EU sterker afhankelijk worden van gas uit andere regio's, zoals Rusland. Ook de gasprijs zal op langere termijn niet veel veranderen. Omdat er, mondiaal gezien, nog ruim voldoende gasvoorraden zijn, zal de groeiende vraag niet leiden tot grotere schaarste, maar tot extra activiteiten bij het zoeken en exploiteren van nieuwe gasvelden en het ontwikkelen van nieuwe routes voor de aanvoer van gas.

Wel grotere klimaatproblemen door stijgend energiegebruik
Verbranding van fossiele brandstoffen leidt via de uitstoot van broeikasgassen tot klimaatverandering en veroorzaakt daardoor schade aan de natuur. De komende veertig jaar blijft de gemiddelde opwarming in de wereld waarschijnlijk nog beneden de 2 graden Celsius, de klimaatdoelstelling van de EU. Zonder aanvullend klimaatbeleid wordt die grens daarna waarschijnlijk overschreden. De schade aan natuur en verminderde beschikbaarheid van water voor landbouw en drinkwater kunnen aanzienlijk zijn. Behalve door het energieverbruik komt dit ook door de toename van landgebruik voor economische activiteiten waardoor het leefgebied van planten en dieren kleiner wordt. De negatieve effecten zijn op het zuidelijke halfrond het sterkst.

Aanvullend klimaatbeleid nodig in EU...
Om ook op termijn de klimaatdoelstelling van de EU te halen zal waarschijnlijk aanvullend klimaatbeleid nodig zijn, tenzij als gevolg van lage economische groei en de aanpak van lokale milieuproblemen het gebruik van energie daalt. Om de doelstelling te halen moet voor 2025 de stijging van de uitstoot van broeikasgassen worden omgezet in een daling. Dat betekent dat de beperkingen aan de uitstoot van broeikasgassen verder moeten gaan dan de huidige Kyoto-verplichtingen.

...maar ook aanpak van klimaatproblemen in ontwikkelingslanden
Een bijdrage van ontwikkelingslanden is daarbij om twee redenen onontbeerlijk. Ten eerste omdat deze landen in de toekomst de grootste bijdrage aan de emissies van broeikasgassen zullen leveren. Ten tweede is hun bijdrage nodig om de kosten van het klimaatbeleid laag te houden: de kosten om emissies van broeikasgassen te reduceren zijn in ontwikkelingslanden namelijk relatief laag.

Efficiënte aanpak klimaatproblemen door invoering emissiehandel
De kosten van klimaatbeleid kunnen worden beperkt door een wereldwijd systeem van emissiehandel in te voeren. In dat geval, zal het realiseren van de EU-doelstelling zal in 2040 ongeveer 2% van het BBP kosten. Voor afzonderlijke landen en sectoren kunnen de kosten overigens groter zijn. Ook zullen er baten zijn in de vorm van minder klimaatverandering.

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Deze scenario's zijn gebaseerd op de onlangs door CPB gepubliceerde economische scenario's Four Futures of Europe: Sterk Europa, Globaliserende Economie, Transatlantische Markt en Regionale Samenlevingen. In deze studie wordt 40 jaar vooruit gekeken. Weliswaar ligt de nadruk daarbij op Europa, maar de mondiale aspecten van energiegebruik en klimaatbeleid spelen nadrukkelijk een rol.

De komende decennia zullen er voldoende voorraden aan gas en olie zijn, ondanks dat de vraag naar energie blijft toenemen. Zorgen over een aanstaande uitputting van de fossiele voorraden zijn daarom niet terecht. Wel zal de verbranding van fossiele brandstoffen via de emissies van broeikasgassen tot meer klimaatverandering leiden. Om de wereldwijde temperatuurstijging te beperken, is terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen nodig. Substantiële bijdragen daaraan van ontwikkelingslanden zijn nodig om dat doel te bereiken, enerzijds omdat deze landen in de nabije toekomst tot de grote vervuilers zullen behoren, anderzijds omdat emissiereducties daar goedkoop zijn.

Dit is een Engelstalige publicatie.

Auteurs

Johannes Bollen
T. Manders
Machiel Mulder