Innovaties in duurzaam bouwen worden gehinderd door korte-termijnpolitiek
Vooral dankzij Philips presteert Nederland redelijk als het gaat om innovaties op dit gebied. Landen als Duitsland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden zijn succesvoller, onder meer als gevolg van consistent uitgevoerd beleid. Het Nederlandse 'knipperlichtbeleid' over de afgelopen decennia, met veel kortlopende en wisselende instrumenten, is niet bevorderlijk voor innovatie.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het vandaag gepubliceerde CPB Document 198, 'Home green home - A case study of inducing energy-efficient innovations in the Dutch building sector'. Tegelijkertijd verschijnt vandaag het CPB Discussion Paper 137, 'Improving the energy efficiency of buildings: The impact of environmental policy on technological innovation', waarin voor Europese landen de effecten die energienormen, -prijzen en onderzoeksuitgaven hebben op innovaties in duurzaam bouwen, in kaart zijn gebracht.
Innovaties op het gebied van duurzaam bouwen...
Als maatstaf voor innovaties in duurzaam bouwen in Nederland is in deze studies gekozen voor het aantal patentaanvragen door Nederlandse bedrijven. Nederlandse bedrijven zijn goed voor vijf procent van alle aanvragen bij het Europese Octrooibureau op dit gebied sinds 1977. Daarmee bezet Nederland een keurige vijfde plaats op de Europese ranglijst.
Het aantal Nederlandse patentaanvragen in duurzaam bouwen is in de jaren negentig sterk toegenomen, vooral door innovaties op het gebied van energiebesparende verlichting, zoals spaarlampen en ledlampen. In de laatste twee decennia komt een derde van alle Nederlandse patenten in duurzaam bouwen voor rekening van innovaties in verlichtingstechnologieën. Dankzij Philips is Nederland op dat gebied met afstand de nummer één in Europa. Daarnaast doet Nederland het ook goed in de Hr-ketels- technologieën. Op andere terreinen, zoals isolatie, warmtepompen en zonne-energie, bevindt ons land zich echter in de Europese subtop. Duitsland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden zijn succesvoller dan Nederland als gekeken wordt naar een breder spectrum van technologieën.
...zijn gebaat bij consistent beleid
Door strengere energienormen te hanteren, of door het verstrekken van subsidies voor duurzaam bouwen kan de overheid duurzame innovaties stimuleren. Kenmerkend voor het Nederlandse beleid in de afgelopen dertig jaar zijn het grote aantal kortlopende instrumenten en de vele herzieningen in het beleid. Zo zijn in de jaren negentig bijvoorbeeld veel subsidieprogramma's ingevoerd voor een periode van drie tot vijf jaar. Ook na het jaar 2000 werden verschillende instrumenten weer herzien of stopgezet.
De complexiteit van en de wijzigingen in het beleid creëren onzekerheid. Deze onzekerheid heeft nadelige gevolgen voor het investeren in nieuwe technologieën. Hoewel veranderingen in beleid soms wenselijk kunnen zijn, gaan voortdurende wisselingen ten koste van innovatie. Opvallend is dat juist landen met een consistent en stabiel milieubeleid, zoals Oostenrijk, Denemarken en Duitsland, meer patentaanvragen in duurzame technologieën indienen dan landen waar het beleid minder stabiel is.