Nederlandse economie krimpt volgend jaar ¾%; licht herstel in 2010
Volgend jaar krimpt de Nederlandse economie naar verwachting met ¾%. Vooral het exporterende bedrijfsleven ondervindt de gevolgen van de internationale economische malaise. Opdrogende financieringsbronnen en de terugval van de productie ontmoedigen bovendien de investeringen. In de huidige raming ligt besloten dat de wereldhandel en de kredietverlening in de loop van volgend jaar enigszins herstellen. De Nederlandse economische groei trekt hierdoor aan, zodat deze 1% bedraagt in de prognose voor 2010. De onzekerheden rondom de timing van dit herstel zijn echter groot.
Door de terugval van de economie loopt de werkloosheid de komende twee jaar sterk op, tot 6½% in 2010. Lagere grondstof- en energieprijzen drukken de inflatie, wat de ontwikkeling van de koopkracht ten goede komt.
De ongunstige economische situatie komt ook in de overheidsfinanciën tot uiting. Het begrotingsoverschot van dit jaar slaat om in een tekort van 2,4% BBP in 2010. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door lagere ontvangsten uit belasting- en premieheffing en aardgas en door hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen.
Dit zijn de hoofdlijnen uit de vandaag gepresenteerde Decemberraming 2008. Door de kredietcrisis is er sprake van een uitzonderlijke economische situatie. Daarom presenteert het Centraal Planbureau in deze Decemberraming 2008 niet alleen analyses en prognoses voor de Nederlandse en voor de wereldeconomie in het huidige en het komende jaar, 2008 en 2009, maar ook voor 2010. Een apart document gaat dieper in op de oorzaken van de kredietcrisis en de mogelijke consequenties voor het economische beleid.
Wereldhandelsvolume neemt volgend jaar af
De toch al aanzienlijke problemen op de internationale financiële markten zijn sinds het faillissement van Lehman Brothers op 15 september alleen maar toegenomen. Voor nagenoeg alle westerse economieën is het beeld voor volgend jaar dan ook somber. Zowel in de Verenigde Staten als in het eurogebied krimpt de economie. Ook opkomende economieën blijven niet buiten schot, al blijft de economische groei in China hoog vergeleken met die in de rijke landen. In 2010 volgt een beperkt herstel in de Verenigde Staten en het eurogebied. Het expansieve monetaire en begrotingsbeleid in de verschillende westerse landen draagt hieraan bij.
Door de mondiale recessie neemt het volume van de voor Nederland relevante wereldhandel in 2009 naar verwachting af met 2¾%. Met deze raming onderscheidt het CPB zich van andere ramingsinstituten, die voor komend jaar nog uitgaan van een geringe stijging van de wereldhandel. Sinds 1975 is de relevante wereldhandel niet meer gedaald. In 2010 is in de prognose sprake van een bescheiden groei van 3% door het beperkte economische herstel in de Verenigde Staten en het eurogebied.
Onzekerheden ongekend groot De ramingen van de Nederlandse economie zijn met grote onzekerheden omgeven. Van belang is vooral hoe lang en in welke mate de financiële markten nog in de greep blijven van de economische crisis. De neerwaartse risico's zijn aanzienlijk. Vooral de doorwerking van de financiële crisis op de reële sector kan ernstiger zijn dan nu in de ramingen wordt verondersteld. Onderzoek naar eerdere financiële crises in Spanje, Zweden, Noorwegen, Finland en Japan laat zien dat dergelijke financiële crises meestel langer duren dan een gewone conjuncturele inzinking. De huidige crisis is bovendien wereldwijd. Er is een variant berekend waarin wordt uitgegaan van een lagere wereldhandelsgroei om rekening te houden met deze negatieve risico's.
Werkloosheid loopt sterk op Dit jaar komt een einde aan een periode van drie jaar waarin de werkloosheid daalde. De arbeidsmarkt reageert vertraagd op de terugval van de productie. Hoewel naar verwachting ook volgend jaar de werkloosheid al toeneemt, zal de werkloosheid echter vooral in 2010 stijgen. Volgend jaar is naar verwachting 4½% van de beroepsbevolking werkloos, terwijl in 2010 dit percentage 6½ is. Het gemiddelde aantal werkloze personen in dat jaar is bijna 200 000 hoger dan in 2008. Daarmee is de daling van de afgelopen drie jaar ongedaan gemaakt.
Inflatie en loonstijging gematigd Door de wereldwijd afnemende economische bedrijvigheid zijn met name de olieprijzen de afgelopen maanden flink gedaald. In de raming wordt gerekend met een olieprijs van 50 dollar per vat Brent in de komende twee jaar, vrijwel een halvering ten opzichte van de 98 dollar die dit jaar gemiddeld voor een vat Brent moest worden neergeteld. Dit vermindert de inflatie. De geraamde stijging van de consumentenprijsindex is 1½% in 2009 en 1% in 2010, tegenover 2½% in 2008. De lagere inflatie heeft een drukkend effect op de loonontwikkeling, net als de verslechterde situatie op de arbeidsmarkt. De loonstijging in de cao's wordt geraamd op 3% in 2009 en 1½% in 2010.
Vermogensverliezen temperen consumptiegroei De consumptieve bestedingen van gezinnen groeien dit jaar nog met 2%, maar volgend jaar is naar verwachting sprake van een nulgroei. Opmerkelijk genoeg stijgt het reëel beschikbaar gezinsinkomen dan juist iets harder dan in 2008, vooral door de lagere inflatie. Dit wordt echter volledig tenietgedaan door de effecten van de opgetreden vermogensverliezen. De AEX-index lag ultimo november bijna 50% lager dan eind 2007. Dit werkt sterk door in de consumptiegroei van volgend jaar. Verondersteld wordt dat in 2010 geen verdere vermogensverliezen worden geleden. Omdat bovendien sprake is van een bescheiden inkomensverbetering, consumeren huishoudens in 2010 naar verwachting 1½% meer.
Koopkracht verbetert in 2009 en 2010 De statische koopkracht - die geen rekening houdt met individuele veranderingen zoals promotie, werkloosheid, samenwonen of scheiden - neemt in 2009 in doorsnee met 1¾% toe. De koopkracht verbetert sterk t.o.v. de raming in de Macro Economische Verkenning van september jl. doordat de inflatie snel afneemt vanwege de daling van de olieprijs. De inkomensstijging is in 2009 nog vrij hoog, mede doordat bij de afsluiting van cao's nog werd gerekend op een hoge inflatie en een lage werkloosheid. Werknemers houden bovendien netto meer over, doordat zij vanaf 2009 geen WW-premie meer hoeven te betalen. De koopkracht van 65-plussers neemt in veel gevallen nog toe, ondanks de achterblijvende indexatie van de aanvullende pensioenen. 65-plussers met individuele inkomens boven 34 000 euro gaan er dikwijls in koopkracht op achteruit, doordat zij niet profiteren van de verhoging van de ouderenkorting.
Bedrijven investeren minder Het volume van de investeringen van bedrijven neemt in de prognose de komende twee jaar af. Er is gezien de zwakke vraag weinig noodzaak te investeren in nieuwe machines. Bovendien daalt het rendement op investeringen door lagere winsten. De kredietcrisis leidt daarnaast tot hogere rentes op leningen, wat investeringen duurder maakt. Ten slotte hebben banken de kredietvoorwaarden voor bedrijven aangescherpt, zodat de financiering van de investeringen moeilijker is geworden.
Internationale malaise treft uitvoer De verslechterde internationale economische situatie zorgt naar verwachting in 2009 voor een daling van de uitvoer van fabrikaten met 2¼%. De prijsconcurrentie verbetert door de recentelijk goedkoper geworden euro, maar dit biedt geen soelaas. Zowel de binnenslands geproduceerde uitvoer als de wederuitvoer dalen. Het is naar verwachting vooral de wederuitvoer die harde klappen krijgt. De wederuitvoer bestaat voor een relatief groot deel uit goederen die conjunctuurgevoeliger zijn. In 2010 trekt de wereldhandel weer iets aan. In navolging daarvan neemt ook de uitvoer toe. Vooral de wederuitvoer kan dan profiteren.
Overheidsfinanciën De snel verslechterende economische vooruitzichten komen ook bij de overheidsfinanciën tot uiting. Het begrotingsoverschot van 1,3% BBP dit jaar slaat om in een tekort van naar verwachting 1,2% BBP in 2009 en 2,4% BBP in 2010. De economische tegenwind uit zich bij de collectieve financiën in aanzienlijk lagere ontvangsten uit belasting- en premieheffing en in hogere uitgaven aan werkloosheidsuitkeringen. Bovendien ondersteunt het kabinet de conjunctuur door lastenverlichting te geven. Naast de lastenverlichting die al was opgenomen in de begroting voor volgend jaar, worden de lasten verder verlaagd door versnelde fiscale afschrijving op investeringen toe te staan. De EMU-schuld neemt als gevolg van de interventies van het rijk in de financiële sector aanzienlijk toe. Daartegenover staan meer bezittingen, zodat de netto vermogenspositie in eerste instantie niet verandert. Het effect op het EMU-saldo van deze interventies is beperkt, omdat tegenover hogere rentebetalingen hogere dividenden en renteontvangsten staan.
Het CPB brengt vandaag de volgende artikelen rond de kredietcrisis naar buiten:
- Zwaar weer op komst: artikel over de ontwikkeling van de Nederlandse economie en de wereldeconomie in de jaren 2008-2010 (zie ook hierboven)
- De kredietcrisis en de Nederlandse economie in acht Frequently Asked Questions: gaat in op de oorzaken van de crisis en de maatregelen die nodig zijn in reactie hierop; zie verder hieronder.
- Pensioenspaarpot verdampt: dit artikel gaat in op de gevolgen van de kredietcrisis voor de pensioenfondsen
- Gooi het kind niet weg met het badwater: column van Coen Teulings over de kredietcrisis.
Alle artikelen zijn geschreven voor de CPB Nieuwsbrief 2008/4, die donderdag 18 december 2008 zal verschijnen.
Grote veranderingen nodig in financiële sector en toezicht hierop De kredietcrisis zal leiden tot aanpassingen in het toezicht. In de afgelopen jaren is wereldwijd te veel krediet verstrekt als gevolg van financiële innovaties, te optimistische verwachtingen en gaten in de regulering. Vorig jaar ging het mis bij de hypotheken die zijn verstrekt aan weinig kredietwaardige Amerikaanse huizenbezitters, met forse verliezen voor banken tot gevolg. Daarna leden banken ook flinke verliezen op andere activa, waardoor hun kredietcapaciteit sterk verminderde. Bovendien ontstond wantrouwen tussen banken onderling en onrust bij hun klanten. Overheden grepen terecht in om te voorkomen dat banken massaal zouden omvallen. Zo'n golf aan bankfaillissementen zou, net als in de jaren dertig, tot een diepe recessie en massawerkloosheid leiden. De Nederlandse staat verschafte tot nu toe voor 30 mld euro aan kapitaal aan banken, zegde 200 mld euro aan kredietgaranties toe en breidde de depositiegarantieregeling sterk uit.
De crisis zal leiden tot grote veranderingen in de financiële sector en het toezicht daarop. Bij nieuwe regelgeving dient gewaakt te worden tegen doorschieten, want goed functionerende financiële markten stimuleren investeringen en innovatie. Het recente overheidsingrijpen bij de Nederlandse banken was noodzakelijk, maar het is gewenst dat de staat zijn belangen zo snel als mogelijk is afbouwt om nadelige economische effecten te vermijden.