29 januari 2003

Zorg voor concurrentie: een analyse van het nieuwe zorgstelsel

Knelpunten in de zorg: nieuw stelsel biedt perspectieven

Persbericht
De plannen voor een nieuw zorgstelsel bieden uitzicht op zowel een vermindering van de wachtlijsten als een meer efficiënt gebruik van de beschikbare capaciteit. Concurrentie tussen zorgverzekeraars en tussen zorgaanbieders speelt daarbij een sleutelrol.

Om concurrentie daadwerkelijk van de grond te laten komen en ongewenste neveneffecten te voorkomen, zal een flink pakket maatregelen nodig zijn. Onzekerheden lijken beheersbaar.

Dit concludeert het Centraal Planbureau in het rapport 'Zorg voor concurrentie: Een analyse van het nieuwe zorgstelsel', dat vandaag verschenen is.

De klachten over de gezondheidszorg zijn bekend: wachtlijsten, beperkte benutting van capaciteit en teveel bureaucratie. Het huidige centraal geleide zorgstelsel is niet in staat gebleken deze problemen op te lossen. Een belangrijke reden is dat prikkels ontbreken om efficiënt om te gaan met de beschikbare middelen. Het voorgestelde nieuwe stelsel prikkelt verzekeraars en zorgaanbieders wél tot verbeteringen op het gebied van efficiëntie en kwaliteit. Verzekerden en patiënten kunnen hier de vruchten van plukken, bijvoorbeeld in de vorm van betere service en kortere wachtlijsten.

Om concurrentie in voldoende mate van de grond te doen komen, is een aantal maatregelen nodig. Het is zaak om zo snel mogelijk een toezichthouder in te stellen die de concurrentie in de zorg kan bevorderen. Deze kan speciale bevoegdheden krijgen om de huidige concentratietendens bij verzekeraars en ziekenhuizen in te perken. Voor concurrentie moeten de consumenten immers kunnen kiezen tussen meerdere aanbieders. Om hen in staat te stellen te kiezen op basis van prijs én kwaliteit dient op korte termijn de transparantie in de hele sector te worden verbeterd. Hiervoor is het nodig prestatie-indicatoren te ontwikkelen, waarbij de overheid een aanjagende rol kan spelen.

Concurrentie kan ongunstige neveneffecten hebben. Zo dreigt kwaliteitsverlies wanneer patiënten de kwaliteit van zorg niet goed kunnen bepalen. Om hen daarbij te helpen is het wederom noodzakelijk om prestatie-indicatoren te ontwikkelen en waar mogelijk te publiceren. Een slechte score zou tot nader onderzoek moeten leiden, bijvoorbeeld door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In ieder geval blijft overheidstoezicht nodig op de (minimum-)kwaliteit van de zorgverlening. Verder kan concurrentie verzekeraars prikkelen om verzekerden te selecteren op een gunstig risicoprofiel. Een systeem van risicoverevening kan dit effect voor een belangrijk deel tegengaan. Nederland heeft in het huidige Ziekenfondsstelsel al een dergelijk systeem, maar het nieuwe stelsel noopt tot verdere verbetering.
Concurrentie tussen zorgverzekeraars bij de inkoop van zorg is een cruciaal element in het nieuwe zorgstelsel. Het is echter onzeker of de verzekeraars effectief met elkaar gaan concurreren. In dit licht is het van belang dat een winstprikkel bij verzekeraars concurrentie stimuleert. Grotere transparantie levert ook een belangrijke bijdrage.

In de meeste sectoren binnen de zorg (huisartsen, fysiotherapeuten, tandartsen, geneesmiddelen) bieden de plannen voor een nieuw zorgstelsel in combinatie met aanvullende beleidsmaatregelen gunstige perspectieven. Er lijken in deze sectoren geen fundamentele belemmeringen voor concurrentie te zijn. De tijdelijke tekorten aan huisartsen en tandartsen in sommige regio's zijn echter wel een probleem waarvoor beleidsmaatregelen nodig zijn, zoals uitbreiding van de opleidingscapaciteit.

De ziekenhuiszorg, goed voor tweederde deel van de totale curatieve zorg, is omgeven met de meeste onzekerheden. Om daar de concurrentie een kans te geven is in ieder geval van belang dat de regelgeving rond toetreding wordt versoepeld. Aanvullende beleidsopties kunnen achterwege blijven indien sprake is van een beheerste uitgavenontwikkeling, indien de kwaliteit zich gunstig ontwikkelt, en de toegankelijkheid niet in het gedrang komt. Bij onverhoopt ongunstige resultaten kan alsnog worden ingegrepen. Zo kan, indien de uitgaven te sterk toenemen, besloten worden de zorgconsumptie af te remmen door het verplichte eigen risico te verhogen. Daarnaast kan een toezichthouder ziekenhuizen prikkelen tot efficiëntieverbetering door voor sommige zorgproducten maximumprijzen vast te stellen op basis van een onderlinge vergelijking van ziekenhuizen.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

De plannen behelzen invoering van een nieuw stelsel in 2005, en omvatten de volgende elementen:

  • het onderscheid tussen particuliere verzekeraars en ziekenfondsen komt te vervallen;
  • iedereen betaalt een nominale premie voor een uniform breed basispakket, met een verplicht eigen risico en een (inkomensafhankelijke) werkgeversbijdrage;
  • voor kinderen is geen premie verschuldigd;
  • lagere inkomens worden gecompenseerd via een uitkering uit een nieuw op te zetten zorgfonds;
  • het sluiten van een ziektekostenverzekering wordt voor iedereen verplicht;
  • verzekeraars gaan onderhandelen met zorgaanbieders over prijs en kwaliteit van de zorg;
  • zorgverzekeraars krijgen een acceptatieplicht en mogen de premie niet differentiëren tussen verzekerden;
  • er komt een risico-vereveningssysteem voor verzekeraars.

Een aantal aspecten van het nieuwe stelsel staat nog ter discussie. Zo is nog onduidelijk welke vormgeving het meest in overeenstemming is met Europese regelgeving. Over een centraal element van het nieuwe stelsel, een zwaarder accent op concurrentie, lijken vrijwel alle partijen het echter eens te zijn. De plannen voorzien in invoering van het nieuwe stelsel in 2005. In het nieuwe stelsel is een sleutelrol toebedeeld aan concurrentie, niet alleen tussen verzekeraars maar ook tussen zorgaanbieders.

Waarom wil het kabinet meer concurrentie invoeren in een zo 'moeilijke' sector als de zorgsector? Omdat het aanbodgestuurde stelsel niet in staat is gebleken een aantal belangrijke knelpunten in de zorg, zoals een doelmatige besteding van middelen en de wachtlijsten, aan te pakken. Door meer ruimte te scheppen voor concurrentie nemen de prikkels op decentraal niveau toe om efficiënt en klantgericht te werken. Concurrentie in de zorg komt echter niet vanzelf tot stand. Overheidsbeleid, zoals deregulering en versterking van het mededingingstoezicht, is nodig om de randvoorwaarden te creëren waaronder concurrentie een kans kan krijgen. Overheidsbeleid is ook nodig om te zorgen dat concurrentie de juiste vorm aanneemt. Voorkomen moet worden dat concurrentie leidt tot ongewenst kwaliteitsverlies, of tot selectie van verzekerden met lage risico's.