Van ICT en innovatie valt nog wat te verwachten
Bedrijven kunnen zelfs meer profiteren door ICT en innovaties te combineren, aangezien deze elkaar versterken. Innoveren is bovendien een kwestie van lange adem, want regelmatig innoveren loont meer dan een ad-hoc strategie.
Dit zijn de belangrijkste conclusies die Henry van der Wiel en George van Leeuwen trekken in het vandaag uitgekomen CPB Document 'Op zoek naar productiviteitsgroei: effecten van ICT en innovatie op bedrijfsniveau in Nederland'.
Uit studies blijkt dat Nederland al jaren kampt met een tegenvallende structurele arbeidsproductiviteitsontwikkeling. Dit geldt vooral voor delen van de dienstensector. In de zoektocht naar mogelijke oorzaken, biedt dit document een blik op de Nederlandse productiviteitsprestaties op individueel bedrijfsniveau. Gekeken is naar wat in de periode 1994-1998 ICT en innovaties afzonderlijk en in combinatie hebben betekend voor de arbeidsproductiviteit voor een bedrijf en uiteindelijk voor de economie als geheel.
Dit document is een vervolg op eerder CPB-onderzoek, waarin werd geconstateerd dat ICT in toenemende mate heeft bijgedragen aan de productiviteitsontwikkeling in Nederland. Dit onderzoek bevestigt deze conclusie en heeft tevens het inzicht verdiept. De groei van de arbeidsproductiviteit werd niet alleen gestimuleerd door meer ICT per werknemer in te zetten. Deze technologie heeft ook indirect de productiviteit bevorderd via innovaties en vermoedelijk ook via uitstralingseffecten (ook wel genoemd spillovers). Uitstralingseffecten ontstaan bijvoorbeeld doordat bedrijven via allerlei netwerken aan elkaar gerelateerd zijn, waardoor bedrijven ook profiteren van andermans investeringen. Hierdoor zijn de maatschappelijke baten groter dan de private baten. Dit geldt zeker voor ICT dat bij uitstek een netwerktechnologie is. Uitstralingseffecten van ICT staan uitvoerig beschreven in het eveneens vandaag verschenen Discussion Paper 'Do ICT spillovers matter? Evidence from Dutch firm-level data'.
Hoewel het onderzoek is gebaseerd op cijfermateriaal uit de jaren negentig, lijken de ICT-potenties voor een productiviteitsverbetering nog niet uitgeput. Voor meer investeren in ICT lijkt nog steeds ruimte. Er waren aan het eind van de vorige eeuw nog veel, veelal wat oudere, bedrijven waar ICT nog nauwelijks een plaats had in het productieproces. Ondanks dat een inhaalslag aan de gang was, lag het niveau van ICT-gebruik daar aan het eind van de jaren negentig nog ruim onder dat wat elders zichtbaar was. Ter indicatie, uit de schattingen blijkt dat een 10% grotere hoeveelheid ICT-kapitaal per werknemer een circa 0,3%-punt hogere arbeidsproductiviteit oplevert. Door rekening te houden met uitstralingseffecten zou de arbeidsproductiviteit mogelijk nog verder kunnen stijgen. Wanneer alle bedrijven in een bepaald netwerk gezamenlijk 10% meer ICT-kapitaal zouden plaatsen, dan zou de arbeidsproductiviteit op bedrijfsniveau in de industrie met 0,6%-punt extra kunnen toenemen. Voor de dienstensector zou deze extra groei zelfs 1,1%-punt kunnen bedragen. Combineren bedrijven dit alles met product- en procesinnovatie en niet-technologische innovaties, zoals aanpassingen van de organisatiestructuur en het management, dan kan de productiviteit naar verwachting nog verder omhoog.
Overigens komen deze productiviteitswinsten voor bedrijven niet zomaar uit de lucht vallen. Het volledig benutten van ICT-potenties is een ingewikkelde zaak omdat het vraagt om acties op meerdere fronten tegelijk. Bedrijven moeten investeren in ICT, maar ook in R&D en innovaties, waaronder niet-technologische innovaties.
Bovendien is de vraag of alle bedrijven wel voldoende geprikkeld worden om te investeren in ICT en innovaties. Zowel ICT als innovaties vertonen kenmerken van marktfalen, zodat bedrijven zelf minder 'investeren' dan maatschappelijk wenselijk zou zijn om de productiviteit te verhogen en daarmee de welvaart. In zo'n geval kan het voor de overheid legitiem zijn om in actie te komen. Om de mate van innovatie en ICT-gebruik te verbeteren, zou het beleid zich moeten richten op het versterken van prikkels. Te denken valt aan een goede informatievoorziening naar vooral kleine bedrijven toe over het belang van technologische en niet-technologische innovaties en netwerken.