3 maart 2015

De Nederlandse consumptie: Goede tijden, slechte tijden

Vermogensopbouw draagt bij aan volatiele consumptie Nederlandse huishoudens

Persbericht
De consumptie van Nederlandse huishoudens fluctueert sterker dan in onze buurlanden. De hoge huizen- en pensioenvermogens en het grote aantal huishoudens met weinig vrije besparingen vormen hiervoor verklaringen. Gericht beleid kan deze volatiliteit beperken.

Dit staat in de vandaag verschenen CPB Policy Brief De Nederlandse consumptie: Goede tijden, slechte tijden van CPB-onderzoekers Jasper Lukkezen en Adam Elbourne.

Consumptie van huishoudens maakt een groot deel uit van het bbp. Omdat de consumptie van huishoudens in Nederland sterker fluctueert dan die in onze buurlanden, kent ook de economische conjunctuurcyclus grotere uitslagen. Als de consumptie minder volatiel zou zijn, zou dit een hogere welvaart opleveren.

De eerste verklaring voor de fluctuerende consumptie is dat Nederlandse huishoudens relatief veel vermogen hebben opgebouwd via pensioenbesparingen en in hun woning . Schommelingen in de waarde van deze vermogens hebben daardoor een relatief groot effect op de hoeveelheid middelen die huishoudens gedurende hun leven kunnen consumeren. Daarnaast heeft een groot deel van de Nederlandse huishoudens weinig vrije besparingen. Voor hen is het lastig om mee- en tegenvallers in hun inkomen over de tijd uit te smeren.

Deze CPB Policy Brief benoemt beleidsopties die de volatiliteit van de consumptie kunnen beperken. De wenselijkheid van deze beleidsopties hangt ook af van de gevolgen op bijvoorbeeld groei, werkgelegenheid en inkomensongelijkheid en dient in dit bredere perspectief te worden onderzocht. De overheid kan regelgeving en fiscale prikkels dusdanig vormgeven dat deze de opbouw van huizen- en pensioenvermogens minder stimuleren. Een alternatief is om ervoor te zorgen dat niet alle schokken op de woningmarkt in de prijzen van koopwoningen tot uitdrukking komen. Een flexibele huurmarkt kan daarbij een deel van deze schokken opvangen door mensen in de koopsector een passend alternatief in de vorm van een huurhuis te bieden. Als nieuwbouw makkelijker is, werken schokken meer door in extra nieuwbouw en minder door in stijgende huizenprijzen. Ruimtelijke-ordeningsbeleid kan dit mogelijk maken. Daarnaast kan de overheid het aanhouden van vrije besparingen stimuleren ten opzichte van het aanhouden van verplichte besparingen, of ze kan de mogelijkheden daartoe vergroten, bijvoorbeeld met een flexibele pensioeninleg.

Lees ook:

Lees het bijbehorende persbericht.

Deze CPB Policy Brief richt zich op twee verklaringen voor de volatiele consumptie in Nederland. Ten eerste hebben Nederlandse huishoudens relatief grote huizen- en pensioenvermogens. Relatieve veranderingen in de waarde van deze vermogens hebben daardoor een betrekkelijk groot effect op de consumptie van huishoudens gedurende hun leven. Door de grote volatiliteit in huizenprijzen ervaren Nederlandse huishoudens veel veranderingen in hun vermogens. Ten tweede heeft een relatief groot deel van de Nederlandse huishoudens weinig spaargeld ten opzichte van hun inkomen. Voor huishoudens zonder veel spaargeld is het lastig om mee- en tegenvallers in inkomen uit te smeren over de tijd. Ook dit levert een volatieler consumptiepatroon op.

Beleid kan op verschillende manieren de volatiliteit van de consumptie van huishoudens beïnvloeden. De wenselijkheid van deze beleidsopties hangt, naast het gewenste effect op volatiliteit, ook af van de gevolgen op bijvoorbeeld groei, werkgelegenheid en inkomensongelijkheid en dient in dit bredere perspectief onderzocht te worden. Ten eerste kan de overheid regelgeving en fiscale prikkels dusdanig vormgeven dat deze de opbouw van huizen- en pensioenvermogens minder stimuleren. Een tweede manier om de volatiliteit van consumptie te verminderen is om ervoor te zorgen dat niet alle schokken op de woningmarkt in de prijzen van huizen tot uitdrukking komen. Een flexibele huurmarkt zou een deel van deze schokken kunnen opvangen door mensen in de koopsector een passend alternatief te bieden. Ook stijgen de prijzen minder hard als prijsstijgingen gemakkelijker tot nieuwbouw leiden. Ten derde kan de overheid het aanhouden van spaargeld stimuleren ten opzichte van vast vermogen, of kan ze sparen flexibeler maken, bijvoorbeeld met een flexibele pensioeninleg. Tot slot kan het beleid accepteren dat grote vermogens aan een grotere volatiliteit in de Nederlandse consumptie bijdragen. Sterkere automatische stabilisatie kan de gevolgen van deze fluctuaties beperken.

Lees ook:

Auteurs

Jasper Lukkezen