24 maart 2017

De rol van prijsindexobligaties bij de financiering van overheidsschulden

De markt voor prijsindexobligaties (inflation-linked bonds, afgekort ILBs) is groeiende, maar nog steeds klein vergeleken met die voor nominale overheidsobligaties. Dit discussion paper werpt de vraag op waarom overheden niet meer gebruik maken van ILBs om hun schulden te financieren?

Het logische startpunt voor een analyse van ILBs is dat deze beleggers beschermen tegen inflatierisico. ILBs staan echter ook bekend als relatief illiquide instrumenten. Dit discussion paper leidt af dat daarom het gemiddelde rendement op ILBs zowel hoger als lager kan zijn dan het gemiddelde rendement op nominale obligaties.

Inspectie van de rendementen op nominale obligaties en ILBs gedurende de afgelopen 15 jaar geeft aan dat de liquiditeitspremie substantieel is en zelfs groter zou kunnen zijn dan de inflatierisicopremie. Een literatuuroverzicht van econometrische schattingen van de inflatierisicopremie en de liquiditeitspremie geeft hetzelfde resultaat. Dit resultaat is wellicht niet verwonderlijk, gegeven de historisch lage inflatie gedurende de afgelopen 15 jaar. De conclusie is dan ook dat ILBs voor de overheid duurder zouden kunnen uitvallen dan nominale obligaties.

We hebben ook afgeleid dat ILBs helpen om de overheidsschuldquote te stabiliseren, maar de volatiliteit van de tekortquote juist vergroten. Het laatste is een nadeel voor landen in de eurozone vanwege de regels van het Stabiliteits- en Groeipact. Gecombineerd verklaren deze twee elementen waarom overheden in eurolanden niet veel meer van ILBs gebruik maken.

We hebben ook meer specifiek naar de Nederlandse casus gekeken. Sommigen verwachten dat wanneer de Nederlandse overheid ILBs zou gaan uitgeven, deze ILBs op een enorm grote belangstelling door Nederlandse pensioenfondsen zouden kunnen rekenen. We zijn het hiermee niet oneens, maar waarschuwen ervoor dat zich ook een tegenovergesteld scenario kan ontvouwen. Pensioenfondsen kunnen nu al in ILBs beleggen die door andere eurolanden worden uitgegeven, maar doen dat slechts mondjesmaat. Het gegeven dat Nederlandse ILBs niet wezenlijk anders zullen zijn dan ILBs die door andere eurolanden worden uitgegeven betekent dat de belangstelling van pensioenfondsen voor Nederlandse ILBs gering zou kunnen zijn. Dit kan er ook mee te maken hebben dat ILBs tot grotere fluctuaties in de dekkingsgraad leiden, wat tamelijk pijnlijk is in geval pensioenfondsen met dekkingsgraadtekorten te kampen hebben.

Downloads

Auteurs

Ona Ciocyte