16 juli 2001

Een scenario voor de zorguitgaven 2003-2006

Raming planbureaus: volumegroei gezondheidszorg 2,5% per jaar in volgende kabinetsperiode

Persbericht
Bij voortzetting van het huidige beleid groeit de gezondheidszorg in de komende kabinetsperiode naar verwachting jaarlijks met 2,5% in volume als gevolg van een toenemend gebruik van zorgvoorzieningen.

Van deze 2,5% is 1,1% het gevolg van bevolkingsgroei en vergrijzing. Op basis van een macro-analyse wordt uitgegaan van een additionele volumegroei als gevolg van technologie en sociaal-culturele veranderingen van 1,4%.
De toename van het volume is het sterkst bij genees- en hulpmiddelen (6,3%), ziekenhuizen en specialisten (2,4%) en bij de thuiszorg (2,2%). Door de invloed van medisch-technologische ontwikkelingen doen de hoogste groeipercentages zich voor in de curatieve zorg ('cure': op genezing gerichte zorg, tegenover 'care': verzorging). Ondanks de vergrijzing neemt de vraag naar het wonen in verzorgingshuizen niet toe. Dit heeft te maken met het hogere opleidingsniveau en de grotere wens tot zelfstandigheid van ouderen.

Dit zijn enkele uitkomsten van een gezamenlijk onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), waaraan ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft meegewerkt. Dit onderzoek is vandaag verschenen als CPB Document 7 'Een scenario voor de zorguitgaven 2003-2006'.

De berekeningen sluiten aan bij de algemene uitgangspunten van de eerder verschenen studies 'Het Nederlands groeipotentieel op middellange termijn' (CPB Document 1) en 'Boekhoudkundige berekening budgettaire ruimte 2003-2006' (CPB Document 3). De besluitvorming uit de Voorjaarsnota 2001 over de reductie van bestaande wachtlijsten en over het aanpakken van arbeidsmarktknelpunten in de zorg is in het scenario verwerkt.

Naast ramingen voor de volumegroei in de gezondheidszorg bevat de studie ook ramingen voor de totale groei van uitgaven voor gezondheidszorg. Naar verwachting nemen de zorguitgaven in de komende kabinetsperiode jaarlijks toe met 5,9%. Hiervan is 3,3% toe te schrijven aan prijsstijgingen en 2,5% aan het hierboven genoemde toenemend gebruik van zorgvoorzieningen.

Het doel van de studie is drieledig. In de eerste plaats willen de planbureaus inzicht geven in te verwachten ontwikkelingen bij ongewijzigd beleid. Een tweede doelstelling is het aangeven van belangrijke onzekerheden en de gevolgen daarvan. Daarnaast wil de studie mogelijke knelpunten signaleren.

De raming van de toekomstige uitgaven rust op twee belangrijke uitgangspunten.

Het eerste uitgangspunt bij het scenario is dat de overheid de groei van de zorguitgaven niet vanuit financiële overwegingen begrenst. De geraamde groei is gebaseerd op:

  • Ontwikkelingen in de vraag naar zorgvoorzieningen onder invloed van bevolkingsgroei, vergrijzing en sociaal-culturele veranderingen zoals een stijgend aantal alleenstaanden en het toenemend opleidingsniveau van ouderen;
  • Ontwikkelingen in het aanbod van zorg; hierbij gaan de planbureaus ervan uit dat het aanbod de vraag zoveel mogelijk volgt, tenzij er sprake is van aanbodrestricties die niet op afzienbare termijn op te lossen zijn zoals bij vrije beroepsbeoefenaren. Met andere woorden: het ontbreken van puur financiële restricties wil niet altijd zeggen dat er ook voldoende aanbod van zorg is. Zo moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met een tekort aan huisartsen.
  • Inzichten over de invloed van technologie: de toename van het gebruik van zorg als gevolg van medisch-technologische ontwikkelingen hangt vooral samen met de toelating van nieuwe geneesmiddelen en behandelmethoden tot het verzekerde pakket.

Het tweede uitgangspunt is de aanname van ongewijzigd beleid. Er zijn geen politieke keuzen over de zorguitgaven gemaakt, zoals de keuze om een hogere welvaartsgroei tot uitdrukking te laten komen in hogere zorguitgaven. De invoering van de basisverzekering is buiten beschouwing gebleven omdat deze pas in 2005 plaatsvindt en de besluitvorming over met name de financiering ervan nog niet is afgerond.

Er zijn flinke verschillen in de verwachte groeicijfers voor de diverse sectoren binnen de gezondheidszorg. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • een relatief sterke doorwerking van technologische vernieuwing in de sectoren ziekenhuizen, geneesmiddelen en hulpmiddelen ten opzichte van andere sectoren;
  • sociaal-culturele trends spelen vooral een rol bij verzorgingshuizen, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en minder in andere sectoren;
  • aanbodrestricties, vooral bij vrije beroepsbeoefenaren (huisartsen, tandartsen).

Naast de aanbodrestricties bij vooral huisartsen en tandartsen signaleert het rapport nog een aantal mogelijke knelpunten op de arbeidsmarkt. De vereiste groei van het arbeidsvolume in vooral de ziekenhuizen en de thuiszorg overtreft de verwachte groei van de totale werkgelegenheid. Het gaat hierbij echter niet om absolute aanbodrestricties maar om tekorten die met extra inspanningen op arbeidsmarktgebied in beginsel kunnen worden opgeheven. De planbureaus gaan er in de scenarioberekeningen van uit dat de benodigde extra arbeidskrachten beschikbaar zullen komen. Als dit door spanningen op de arbeidsmarkt niet lukt, dan zal de geraamde volumegroei in arbeidsintensieve sectoren van de zorg niet worden gehaald.

Omdat de doorwerking van nieuwe technologie een belangrijke groeibepalende factor is, zijn twee technische varianten op het basisscenario doorgerekend, één met een sterkere en één met een minder sterke technologische ontwikkeling. Technologische vernieuwing is voor een deel arbeidsbesparend, voor een deel is juist meer arbeid nodig omdat meer behandelingen worden ingezet. Om die reden zijn de gevolgen van een sterkere technologische ontwikkeling voor de gesignaleerde knelpunten op de arbeidsmarkt beperkt.

Tenslotte presenteert de studie een aantal beleids- en marktvarianten. Bij de beleidsvarianten gaat het over de invoering van een algemeen eigen risico; tariefharmonisatie bij huisartsen; het minder beheersen van de prijs van nieuwe geneesmiddelen; en wijziging in nacalculatie- en vereveningspercentages in het budgetsysteem voor ziekenfondsen. De marktvarianten spitsen zich vooral toe op de verzekeringsmarkt: de gevolgen van een grotere gevoeligheid van de consument voor premieverschillen respectievelijk van een afname van het aantal ziekenfondsen.

Contactpersonen

Lees ook het bijbehorende persbericht.

In dit scenario is de groei van de zorguitgaven gebaseerd op ontwikkelingen in vraag en aanbod van de gezondheidszorg en op de invloed van nieuwe medisch-technologische ontwikkelingen. Voor de uitgaven aan gezondheidszorg wordt een gemiddelde jaarlijkse groei van 5,9% geraamd. Hiervan is 2,5% toe te schrijven aan een toenemend gebruik van zorgvoorzieningen en 3,3% aan prijsstijgingen. Gegeven de onzekerheid over de invloed van nieuwe medisch-technologische ontwikkelingen is tevens een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd.

Downloads

Auteurs

K. Folmer
E. van Gameren
I. Woittiez
J. Timmermans