5 maart 2019

Concept CEP 2019 (cCEP), raming voor 2019 en 2020

Economie koelt af

Persbericht
Het hoge groeitempo van de Nederlandse economie is voorbij. Voor zowel dit als komend jaar wordt een bbp-groei van 1,5% voorzien, na jaren van groei boven de 2%. De internationale handel groeit in een lager tempo en dat is terug te zien in de Nederlandse uitvoer, die in 2019 en 2020 beduidend minder hard groeit dan in de afgelopen jaren. Internationale onzekerheden, zoals het handelsbeleid van de VS, de Brexit en de staat van de Chinese economie, hebben hun weerslag in de economie. Ook de begroting draagt minder bij dan gepland. Ondanks de lagere groei blijft de werkloosheid laag, stijgt de koopkracht en blijven de overheidsfinanciën op orde. Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in de zojuist gepubliceerde raming, het Centraal Economisch Plan 2019 (CEP). Laura van Geest, directeur CPB: “De economie schakelt terug naar een normaler toerental, maar kan tegen een stootje.”
No title
Kerncijfers voor de Nederlandse economie 2018 2019 2020
Bbp-groei terug naar normaal 2,5 1,5 1,5
Werkloosheid blijft laag 3,8 3,8 4,0
Hogere inflatie in 2019 door hogere btw en energielasten 1,6 2,3 1,4
Beleid en hogere lonen stimuleren koopkracht 0,3 1,6 1,3
Begrotingsoverschot 1,4 1,2 0,8
Overheidsschuld neemt verder af 52,4 49,1 47,1

De overheidsbestedingen groeien stevig, maar minder dan beoogd. De hogere uitgaven dragen bij aan de economische groei in 2019 en 2020. Toch blijft de groei achter bij de plannen. Onder andere door de krappe arbeidsmarkt kunnen intensiveringen bij vooral defensie en infrastructuur niet worden gerealiseerd. Mede daardoor ontstaat een groter overschot op de begroting in beide jaren.

Het CPB vraagt naast de nieuwste economische cijfers aandacht voor stabiel begrotingsbeleid bij een mogelijke verdere economische verslechtering. Lager opgeleiden en werkenden met flexibele arbeidsrelaties zouden daar het meest door getroffen worden. Hervormingen kunnen de onzekerheden voor kwetsbare groepen beperken.

Op 21 maart verschijnt het volledige Centraal Economisch Plan 2019. De vandaag gepresenteerde cijfers komen daarin ongewijzigd terug.

Vragen en antwoorden

Zijn de meest actuele energieprijzen in de koopkrachtcijfers meegenomen?
Ja, de meest actuele inzichten zijn in de raming meegenomen. Het CPB neemt de energieprijzen mee via de raming voor de inflatie. De laatste cijfers van het CBS over januari (inclusief het effect van de hogere btw en energierekening) zijn hierin verwerkt. 

Wat is het effect van de hogere energieprijzen (en de btw-verhoging) op de inflatie?
De lastenverhoging ging in per 1 januari en werkt naar verwachting snel door in prijzen. Het inflatiecijfer (CPI) kwam januari jl. uit op 2,2%, wat in lijn is met de huidige CPB-raming van 2,3% voor 2019. De raming dat 96% van alle huishoudens er in 2019 in koopkracht op vooruit gaan, is gebaseerd op dit laatste cijfer (2,3% inflatie).
 
Hoe zijn de energielasten in de koopkracht verwerkt? 
De energielasten zijn onderdeel van het officiële inflatiecijfer. Het CPB hanteert de CBS-definities van besteedbaar inkomen, consumptie en inflatie. De koopkrachtontwikkeling geeft de verandering van het besteedbaar inkomen weer. Daarbij wordt rekening gehouden met de algemene prijsstijging van de goederen en diensten die Nederlandse huishoudens consumeren.
 
Het CPB publiceert soms aanvullende analyses in aanvulling op de reguliere ramingen. Zo is in de vorige editie van het CEP (voorjaar 2018) gekeken naar de effecten van het klimaatbeleid op verschillende inkomensgroepen. 

Hoe zeker is de raming?
Een raming is altijd omgeven door onzekerheid. Zo kunnen de lonen sneller of juist minder snel stijgen, wat onder andere weer gevolgen heeft voor de koopkrachtontwikkeling. Belangrijke onzekerheden rond de raming komen voort uit de internationale politieke en economische omgeving, zoals de Chinese economie, de Brexit en het handelsbeleid van de VS.

Economische groei terug naar normaal

 

Vragen en antwoorden

Zijn de meest actuele energieprijzen in de koopkrachtcijfers meegenomen?
Ja, de meest actuele inzichten zijn in de raming meegenomen. Het CPB neemt de energieprijzen mee via de raming voor de inflatie. De laatste cijfers van het CBS over januari (inclusief het effect van de hogere btw en energierekening) zijn hierin verwerkt. 

Wat is het effect van de hogere energieprijzen (en de btw-verhoging) op de inflatie?
De lastenverhoging ging in per 1 januari en werkt naar verwachting snel door in prijzen. Het inflatiecijfer (CPI) kwam januari jl. uit op 2,2%, wat in lijn is met de huidige CPB-raming van 2,3% voor 2019. De raming dat 96% van alle huishoudens er in 2019 in koopkracht op vooruit gaan, is gebaseerd op dit laatste cijfer (2,3% inflatie).
 
Hoe zijn de energielasten in de koopkracht verwerkt? 
De energielasten zijn onderdeel van het officiële inflatiecijfer. Het CPB hanteert de CBS-definities van besteedbaar inkomen, consumptie en inflatie. De koopkrachtontwikkeling geeft de verandering van het besteedbaar inkomen weer. Daarbij wordt rekening gehouden met de algemene prijsstijging van de goederen en diensten die Nederlandse huishoudens consumeren.
 
Het CPB publiceert soms aanvullende analyses in aanvulling op de reguliere ramingen. Zo is in de vorige editie van het CEP (voorjaar 2018) gekeken naar de effecten van het klimaatbeleid op verschillende inkomensgroepen. 

Hoe zeker is de raming?
Een raming is altijd omgeven door onzekerheid. Zo kunnen de lonen sneller of juist minder snel stijgen, wat onder andere weer gevolgen heeft voor de koopkrachtontwikkeling. Belangrijke onzekerheden rond de raming komen voort uit de internationale politieke en economische omgeving, zoals de Chinese economie, de Brexit en het handelsbeleid van de VS.

Fan Charts Maart 2019 (cCEP)

De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de CEP2019-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.

De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de CEP-2019-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2014-2018) en de CEP-2019-puntvoorspellingen voor 2019 en 2020. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:

Downloads

Contactpersonen

5 maart 2019
De Nederlandse economie keert terug naar een standaard groeitempo. De betrekkelijk hoge groei van de afgelopen jaren is voorbij. De wind uit het buitenland doet de economie afkoelen. Onzekerheden die al enige tijd boven de wereldeconomie hingen – zoals het handelsbeleid van de VS, de Brexit en de staat van de Chinese economie – hebben nu hun weerslag in de reële economie. De afkoeling is vooral terug te zien in de Nederlandse uitvoer, die in 2019 en 2020 beduidend minder hard groeit dan in de afgelopen jaren. Ook de investeringen en particuliere consumptie groeien minder hard. De totale binnenlandse bestedingen blijven op peil doordat het expansieve begrotingsbeleid grotendeels compenseert voor de lagere groei van particuliere bestedingen. Na groeipercentages van boven de 2%, wordt voor 2019 en 2020 een bbp-groei van 1,5% voorzien.

Economische groei in Nederland

Kerngegevenstabel 2017-2020, 5 maart 2019

Internationale economie
  2017 2018 2019 2020
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) 5,0 2,8 1,8 2,5
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) 2,1 0,9 1,2 1,2
Olieprijs (dollars per vat) 54,3 70,9 61,0 61,0
Eurokoers (dollar per euro) 1,13 1,18 1,14 1,14
Lange rente Nederland (niveau in %) 0,5 0,6 0,4 0,6
Volume bbp en bestedingen
  2017 2018 2019 2020
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) 2,9 2,5 1,5 1,5
Consumptie huishoudens (%) 1,9 2,5 1,3 1,5
Consumptie overheid (%) 1,1 1,1 2,4 2,3
Investeringen (inclusief voorraden, %) 4,4 4,2 2,6 2,5
Uitvoer van goederen en diensten (%) 5,3 2,7 1,1 2,3
Invoer van goederen en diensten (%) 4,9 2,7 1,5 3,0
Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2017 2018 2019 2020
Prijs bruto binnenlands product (%) 1,2 2,1 2,2 1,4
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) 1,9 0,8 1,1 1,1
Prijs goedereninvoer (%) 4,2 2,5 -0,4 1,0
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) 1,3 1,6 2,3 1,4
Loonvoet bedrijven (per uur, %) 1,2 2,3 3,4 2,6
Contractloon bedrijven (%) 1,6 2,0 2,7 2,3
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) 0,3 0,3 1,6 1,3
Arbeidsmarkt
  2017 2018 2019 2020
Beroepsbevolking (%) 0,8 1,2 1,3 0,7
Werkzame beroepsbevolking (%) 2,1 2,3 1,4 0,5
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) 438 350 345 370
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) 4,9 3,8 3,8 4,0
Werkgelegenheid (in uren, %) 1,9 2,3 1,0 0,5
Overig
  2017 2018 2019 2020
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) (a) 73,4 74,0 75,1 75,6
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) 0,9 0,3 0,6 1,2
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) 2,9 2,3 2,6 2,9
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) 10,5 10,1 9,7 9,0
Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2017 2018 2019 2020
EMU-saldo (% bbp) 1,2 1,4 1,2 0,8
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) 57,0 52,4 49,1 47,1
Collectieve lasten (% bbp) 38,7 39,1 39,6 39,3
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) 43,0 42,4 42,5 43,0

Aanvullende kerngegevens 2017-2020

Investeringen en uitvoer
  2017 2018 2019 2020
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) 5,5 4,6 2,2 2,0
Investeringen bedrijven in woningen (%) 12,0 6,9 4,0 3,1
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) 6,0 2,3 0,3 1,9
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) 8,4 3,7 1,1 3,7
Prijzen,overheid, nationale cpi en contractloon marktsector (toelichting/begrippen)
  2017 2018 2019 2020
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) 1,4 1,7 2,3 1,5
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 1,4 1,4 1,2 1,4
Loonvoet sector overheid (%) 3,0 3,5 2,5 2,3
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) 0,7 3,1 2,5 1,9
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %) 1,5 1,8 1,4 1,5
Prijs intermediair verbruik (%) 1,3 1,7 2,0 2,4
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) 1,3 2,3 2,0 1,2
Prijs nationale bestedingen (%) 1,2 2,3 2,4 1,5
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) 1,1 1,8 1,6 1,1
Contractloon marktsector (%) 1,7 2,0 2,7 2,3
Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2017 2018 2019 2020
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) 737,0 771,0 800,1 823,4
Bevolking (in duizenden personen) 17131 17233 17330 17420
Beroepsbevolking (in duizenden personen) 9017 9124 9240 9305
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) 471 385 385 405
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie niveau, % beroepsbevolking) 5,9 4,8 4,7 4,9
Bruto modaal inkomen (euro) 34000 34500 35500 36500
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) 0,7 0,8 0,6 0,6