19 januari 2021

Stedelijk bouwen, agglomeratie-effecten en woningprijzen

Woningbouw dempt de stijging van huizenprijzen, ook in stedelijk gebied. Agglomeratie-effecten werken juist prijsverhogend, maar zijn niet groot genoeg om het prijsdempende effect van nieuwbouw teniet te doen.
Bouwplaats in Den Haag

In het kader van KIRE (Kennisunit Infrastructuur en Ruimtelijke Economie) is onderzocht wat het effect is van stedelijk bouwen op huizenprijzen, en hoe groot de rol van agglomeratievoordelen hierin is.

In stedelijk gebied kan een toename van het woningaanbod indirect tot een hogere vraag leiden als gevolg van agglomeratievoordelen. Vanuit de theorie verwachten we dat het vergroten van het woningaanbod de prijzen zal verlagen, terwijl een toenemende vraag de prijzen doet stijgen. Meer bouwen vergroot het woningaanbod. Daarnaast wordt ook een hogere economische dichtheid (agglomeratie) gefaciliteerd. Dit leidt tot agglomeratievoordelen, die de vraag naar woningen in stedelijk gebied vergroot. Welk van deze effecten het grootst is, is bepalend voor de richting van de prijsontwikkeling.

Uit de empirische inzichten concluderen we dat nieuwbouw de prijsgroei op regionaal en nationaal niveau verlaagt. Dit inzicht geldt voor zowel stedelijk als niet-stedelijk gebied. Dit betekent dat agglomeratie-effecten niet groot genoeg zijn om het prijsdempende effect van het extra woningaanbod teniet te doen. Op buurtniveau kunnen de prijsreacties wel anders uitpakken. Zulke effecten hebben echter vaak meer te maken met de karakteristieken van de buurt en de nieuwbouw dan met de hoeveelheid nieuwbouw.