9 maart 2023

Actualisatie Verkenning middellange termijn tot en met 2031 (maart 2023)

Op middellange termijn verslechteren de overheidsfinanciën door het effect van vergrijzing, door de extra uitgaven uit het coalitieakkoord en door de opgelopen rente. Er is de komende jaren een beperkte koopkrachtstijging, maar de armoedeontwikkeling op middellange termijn laat zien dat de kabinetsdoelstellingen zonder aanvullend beleid niet gehaald worden. Bij ongewijzigd beleid lopen de zorguitgaven verder op, het effect van het Integraal Zorgakkoord (IZA) is bescheiden. In de ouderenzorg is door verschillende ombuigingen de oorspronkelijk investering in het kwaliteitskader verpleeghuizen voor meer dan de helft teniet gedaan. Het is daarmee aannemelijk dat de beoogde kwaliteitsverbetering niet is gerealiseerd.
MLT

Lees meer over deze 'doorkijk naar 2031' in de raming van maart 2023 (CEP 2023), het bijbehorende verdiepingsdocument of bekijk de bijbehorende cijfers hieronder.

9 maart 2023
In de ramingspublicatie van maart 2023, het Centraal Economisch Plan (CEP) 2023, is tevens een verkenning opgenomen van de budgettaire en economische ontwikkeling tot 2031.

Bekijk de kortetermijnraming van maart 2023 (CEP 2023) of het bijbehorende Verdiepingsdocument.

Kerngegevenstabel tot en met 2031 (9 maart 2023)

Internationale economie
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) 4,8 1,7 3,5 2,3
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) 1,8 1,7 3,6 1,3
Olieprijs (dollars per vat, niveau in eindjaar) 54,3 70,7 72,0 66,1
Eurokoers (dollar per euro, niveau in eindjaar) 1,13 1,18 1,11 1,19
Lange rente Nederland (niveau in eindjaar in %) 0,5 -0,3 2,3 2,1
Volume bbp en bestedingen
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) 2,1 1,3 1,9 1,0
Consumptie huishoudens (%) 1,4 0,0 2,4 1,4
Consumptie overheid (%) 0,7 2,8 1,6 1,9
Investeringen (inclusief voorraden, %) 5,5 1,9 1,6 1,0
Uitvoer van goederen en diensten (%) 5,0 1,7 3,3 2,1
Invoer van goederen en diensten (%) 5,3 1,7 3,4 2,8
Prijzen, lonen, koopkracht en armoede (toelichting/begrippen)
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Prijs bruto binnenlands product (%) 0,7 2,5 4,0 2,2
Uitvoerprijs goederen en diensten (%) -1,0 1,9 3,8 1,1
Invoerprijs goederen en diensten (%) -1,4 2,0 4,0 0,9
Inflatie, nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 0,8 2,1 4,2 2,2
Alternatieve cpi (koopkracht- en armoedecijfers) (a)   1,9 4,3 2,2
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) 0,5 2,0 4,4 2,1
Loonvoet bedrijven (per uur, %) (b) 0,6 3,1 4,9 3,7
Cao-loon bedrijven (%) 1,3 2,3 4,5 3,3
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%)(c) 1,3 1,1 0,2 0,8
Personen in armoede (niveau in eindjaar in %) (c,d) 5,4 5,6 6,0 6,4
Arbeidsmarkt
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Beroepsbevolking (%) 0,3 1,0 1,2 0,0
Werkzame beroepsbevolking (%) 0,9 1,4 1,1 -0,2
Werkloze beroepsbevolking (in duizenden personen, niveau in eindjaar) 546 408 450 540
Werkloze beroepsbevolking (niveau in eindjaar in % beroepsbevolking) 5,9 4,2 4,4 5,2
Werkgelegenheid (in uren, %) 1,6 1,4 1,2 -0,2
Overig
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in eindjaar in %) 73,3 74,5 73,4 74,8
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) 0,5 0,1 0,8 1,2
Individuele spaarquote (niveau in eindjaar in % beschikbaar inkomen) 3,5 11,5 8,3 8,0
Saldo lopende rekening (niveau in eindjaar in % bbp) 8,9 7,2 6,7 4,8
Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
EMU-saldo (niveau in eindjaar in % bbp) 1,4 -2,6 -2,8 -3,7
EMU-schuld (ultimo eindjaar in % bbp) 57,0 52,4 51,0 60,4
Collectieve lasten (niveau in eindjaar in % bbp) 38,7 39,7 39,1 39,8
Bruto collectieve uitgaven (niveau in eindjaar in % bbp) 42,9 47,0 45,3 47,0

Aanvullende kerngegevens

Investeringen en uitvoer
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) 3,5 2,4 1,5 1,1
Investeringen bedrijven in woningen (%) 14,9 3,8 0,1 1,0
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen en diensten (exclusief energie, %) 5,3 -0,3 3,1 2,1
Wederuitvoer (exclusief energie, %) 6,1 5,7 3,4 2,1
Prijzen, overheid, afgeleide cpi en cao-loon marktsector (toelichting/begrippen)
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Uitvoerprijs goederen en diensten, exclusief energie (%) 0,2 1,6 3,8 1,3
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 0,7 1,7 4,4 2,2
Loonvoet sector overheid (%) (c) 1,9 2,2 5,2 3,7
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (e) 1,3 2,8 5,1 3,3
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) 0,3 2,2 3,6 1,6
Prijs intermediair verbruik (%) 1,4 2,3 3,5 1,9
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) 0,3 2,2 3,2 1,9
Prijs nationale bestedingen (%) 0,6 2,7 4,1 2,2
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) 0,5 2,2 3,9 2,1
Cao-loon marktsector (%) 1,3 2,3 4,5 3,3
Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2014/2017 2018/2021 2022/2026 2027/2031
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) 738,1 856,4 1147,3 1346,4
Kinderen in armoede (%) (f) 7,6 7,1 7,8 8,3
Bevolking (in duizenden personen) 17082 17475 18240 18680
Beroepsbevolking (in duizenden personen) 9290 9663 10250 10240
Bruto modaal inkomen (euro) 34000 37000 47500 56500
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) 0,6 -1,9 -2,7 -3,3

(a) Bij de alternatieve cpi wordt rekening gehouden met prijzen van zowel nieuwe als bestaande energiecontracten. Zie par. 1.4 van het CEP-2023-Verdiepingsdocument (link) voor meer toelichting op de alternatieve cpi-reeks en zie CBS (link).

(b) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 3,3%-punt en een neerwaarts effect van 2,0%-punt in 2021 en 1,2%-punt in 2022.

(c) Bij de mediane koopkrachtcijfers en de personen in armoede is rekening gehouden met de alternatieve cpi.

(d) De ratio van het aantal personen in huishoudens onder de armoedegrens en het totaal aantal personen. Het niet-veel-maar-toereikend criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau is als armoedegrens gehanteerd.

(e) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,2%-punt. In 2021 en 2022 is er een neerwaarts effect van 0,1%-punt.

(f) Bij de cijfers van kinderen in armoede is rekening gehouden met de alternatieve cpi. De ratio van het aantal kinderen in huishoudens onder de armoedegrens en het totaal aantal kinderen. Het niet-veel-maar-toereikend criterium van het Sociaal en Cultureel Planbureau is als armoedegrens gehanteerd.