Roads to recovery, hoofdstuk 4: Productiviteit na de Grote Recessie
De Grote Recessie heeft gezorgd voor een lager niveau van de arbeidsproductiviteit, in vergelijking met een situatie zonder twee opeenvolgende crises. Na de crisis kan de productiviteitsgroei zich herstellen en terugkeren naar het langjarige gemiddelde van 1,4% per jaar. De groei kan hoger of lager uitvallen, mede afhankelijk van de snelheid waarmee nieuwe technologieën worden ontwikkeld en geïntroduceerd en van het herstel van de financiële sector.
Financiële crises zijn anders dan normale recessies; zij leiden tot een groot en permanent verlies van BBP en productiviteit. De omvang van dit verlies wordt geschat op gemiddeld 6% voor het BBP van geïndustrialiseerde landen. Er zijn een aantal mogelijke redenen voor dit verlies, zoals lagere uitgaven aan onderzoek en innovatie en de blijvende gevolgen van werkloosheid op de kennis en vaardigheden van werknemers. Ook een licht gedaalde investeringsquote heeft bijgedragen aan het verlies aan arbeidsproductiviteit en BBP. Het is echter een puzzel waarom de investeringen tijdens de Grote Recessie niet sterker is gedaald dan ten tijde van normale recessies.
Studies die de macro-economische effecten van financiële crises onderzoeken vinden geen aanwijzingen dat ook de groei van de economie na afloop van de crisis lager is. Kansen voor de Nederlandse economie liggen in een inhaalslag met de technologische frontier en structurele hervormingen in de Europese Unie (o.a. dienstenrichtlijn) en wereldwijd. Belangrijke bedreiging vormt een blijvend zwak financieel stelsel in de EU, waardoor de kredietverlening onder druk staat en bedrijven weinig mogelijkheden hebben om te investeren en te innoveren.