28 november 2011

Toelichting op prijzen, lonen en koopkracht

Deze begrippenlijst is bedoeld als toelichting op de cijfers zoals vermeld op de Cijfer-pagina, en voor de kortetermijnramingen. Deze toelichting is ook als PDF-bestand te downloaden.

Indien u naar aanleiding van onderstaande toelichting nog vragen heeft, neemt u dan contact op met Miriam Gielen.

Consumentenprijsindex (cpi, alle huishoudens)
De gemiddelde prijs op jaarbasis van een pakket goederen en diensten, 2006=100.

Inflatie (cpi, alle huishoudens)
Ontwikkeling van het gemiddelde niveau van de consumentenprijsindex in het ene jaar t.o.v. het gemiddelde niveau van de consumentenprijsindex in het voorgaande jaar, in procenten.

Afgeleide inflatie (cpi, alle huishoudens)
De afgeleide inflatie is de inflatie geschoond voor de invloed van kostprijsverhogende en consumptiegebonden belastingen.

Contractlonen marktsector
De gemiddelde stijging van de lonen in de marktsector volgens de cao's. Marktsector betreft bedrijven exclusief zorg.

Loonvoet marktsector
De gemiddelde stijging van de verdiende lonen in de marktsector, inclusief de sociale lasten die de werkgever moet afdragen. Marktsector betreft bedrijven exclusief zorg.

Bruto modaal inkomen
Vanaf 2013 is het modale inkomen het meest voorkomende inkomen. Het wordt berekend als 79% van het gemiddelde inkomen per arbeidsjaar, waarbij de 79% bepaald is met een historische cijferreeks. Tot en met 2012 is het een bruto inkomen net onder de maximum premie-inkomensgrens van de zorgverzekeringswet (zvw). Voor 2012 is de maximum premie-inkomensgrens aangehouden zoals die gold bij het CEP2011 toen de premie-inkomensgrens zvw nog niet verhoogd was naar de maximum premie-inkomensgrens werknemersverzekeringen.

Koopkracht modaal, alleenverdiener
Ontwikkeling van het vrij besteedbaar inkomen, gecorrigeerd voor de inflatie, van een huishouden bestaande uit een alleenverdiener die werkzaam is in de marktsector tegen een modaal inkomen, een niet-werkende partner en twee kinderen tussen 6 en 11 jaar. 

Koopkracht (statisch, mediaan alle huishoudens)
De statische koopkracht houdt geen rekening met overgangen zoals promotie, baanverlies, samenwonen, scheiden en gezinsuitbreiding. Dit in tegenstelling tot de dynamische koopkracht waarin deze overgangen wel worden meegenomen. De mediaan is de middelste van de naar grootte gerangschikte koopkracht van huishoudens. Dat wil zeggen dat de helft van alle huishoudens een hogere koopkracht heeft en de helft een lagere koopkracht.

Prijs nieuwbouwwoningen
De prijsstijging van nieuwbouwwoningen.

Prijs bruto binnenlands product
De prijsstijging van het bruto binnenlands product

Prijs Nationale bestedingen
De prijs van het aggregaat van consumptieve bestedingen en investeringen.

Prijsconcurrentiepositie
De prijsconcurrentiepositie is gedefinieerd als de concurrentenprijs minus de uitvoerprijs van binnenlands geproduceerde goederen.