13 april 2015

Werkafspraken tussen het Centraal Planbureau en de Afdeling advisering van de Raad van State over het begrotingstoezicht

Ingevolge de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet HOF) is de Afdeling advisering van de Raad van State als onafhankelijke instantie belast met het toezicht op de naleving van Europese begrotingsregels. Dat vloeit voort uit het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur (VSCB) en artikel 5 van verordening 473/2013/EU.

De wetgever heeft in de Wet HOF het Centraal Planbureau (CPB) belast met het maken van onafhankelijke ramingen en analyses. De Afdeling advisering kan bij haar beoordeling daarvan gebruik maken en zo nodig een beroep doen op het CPB voor aanvullende informatie over de ramingen en voor aanvullende analyses die zij nodig heeft voor de goede uitoefening van het onafhankelijke begrotingstoezicht. De wetgever heeft op deze wijze een onderscheid gemaakt tussen de meer normatieve toetsing en (deels ook bestuurlijke) weging van naleving van begrotingsafspraken en het onafhankelijk opstellen van prognoses en analyses.

Het CPB kent een lange traditie van het opstellen van onafhankelijke ramingen en analyses ten behoeve van het begrotingsbeleid, zoals ramingen van het (structurele) begrotingssaldo, de uitgavenregel en het schuldcriterium. De onafhankelijke positionering van het CPB vereenvoudigt de taak van de toezichthoudende instantie in Nederland aanzienlijk. In andere Europese landen heeft de toezichthouder vaak ook tot taak om de kwaliteit en onafhankelijkheid van de door beleidsbepalende departementen geproduceerde prognoses en analyses te beoordelen. Het CPB heeft zeventig jaar ervaring op het terrein van de verschaffing van onafhankelijke analyse en prognoses. Ministers of staatssecretarissen kunnen geen aanwijzingen geven voor de onderzoeksmethoden of inhoud van de rapportages van de planbureaus (zie aanwijzing 4 van de Aanwijzingen van de minister-president voor de Planbureaus, Staatscourant 21-02-12).

Naar de mening van het CPB en de Afdeling advisering van de Raad van State biedt de door de wetgever gekozen opzet een goede basis voor een doelmatige vervulling van hun onderscheiden rol bij het onafhankelijk begrotingstoezicht mits dit geschiedt in goede onderlinge samenwerking en met respect voor elkaars positie.

Daartoe hebben zij de volgende werkafspraken gemaakt:

  1. De voor de toetsing aan de Europese begrotingsregels noodzakelijke actuele en onafhankelijke ramingen kunnen door de Afdeling advisering worden ontleend aan publicaties van het CPB, zoals het Centraal Economisch Plan en de Macro Economische Verkenning.
  2. De Afdeling advisering kan ten behoeve van het onafhankelijk begrotingstoezicht en de daaruit voortvloeiende vragen het CPB verzoeken analyses te verrichten en rapportages op te stellen.
  3. De Afdeling advisering en het CPB overleggen ten minste eenmaal per jaar over de behoefte van de Afdeling advisering aan ramingen en analyses in verband met het begrotingstoezicht.
  4. De werkafspraken tussen het CPB en de Afdeling advisering van de Raad van State worden openbaar gemaakt.
  5. Op basis van de ervaringen wordt periodiek bezien of de werkafspraken moeten worden aangevuld of gewijzigd.