Migratie: open deuren en cijfersloten
Bert van Stiphout-Kramer
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal PlanbureauMigratie is een veelzijdig en complex fenomeen, en vraagstukken omtrent migratie zijn zeer urgent. Veel van de vragen die bij migratie centraal staan, zijn in meer of mindere mate economische vragen. Welk beroep doen migranten op sociale voorzieningen, en hoeveel dragen ze juist ook bij aan de Nederlandse economie? Waarom kiezen migranten ervoor om naar Nederland te komen, en waarom vertrekken sommigen ook weer? Moeten we meer migranten aantrekken om krapte op de arbeidsmarkt op te lossen? En waar gaan alle nieuwkomers wonen, en in hoeverre concurreren ze daarbij met Nederlanders die op zoek zijn naar een woning?
Als CPB zien wij een rol voor onszelf om met dit soort vragen aan de slag te gaan. Grote, complexe vragen, maar van enorm belang voor beleid. Toen mij dus werd gevraagd of ik mij als onderzoeker binnen het CPB ook wil gaan bezighouden met deze vraagstukken rond migratie, hoefde ik niet lang na te denken: mijn deur staat altijd open voor een nieuwe uitdaging.
Gaan en staan
Mensen komen om tal van redenen naar Nederland: onder meer vanwege werk, studie, gezin, of om een veilig heenkomen te zoeken. Binnen de Europese Unie is niet zo veel af te dingen op het frame van ‘open deuren’: inwoners van het Schengengebied mogen gaan en staan waar ze willen. Dat geldt dus ook voor ons Nederlanders. Voor migranten van buiten de EU ligt dat anders. Vanuit het buitenland een verblijfsvergunning voor Nederland krijgen, kan alleen voor kenniswerkers (mensen met een ruimschoots bovenmodaal arbeidscontract), studenten, of mensen die in Nederland een partner hebben.
Een veelgehoord geluid is dat we in Nederland onvoldoende grip hebben op migratie, dat het iets is wat ons overkomt. Dat kan beter. In een ideale wereld zou migratiebeleid gestoeld moeten zijn op een visie: een idee wie we als land willen binnenlaten, welke doelen we hiermee nastreven, en hoe dit op een effectieve en humanitaire manier te bereiken is. Maar daaraan gaat wel iets vooraf: een goede kennisbasis over oorzaken en effecten van migratie.
Die kennisbasis over migratie is op veel vlakken nog onvoldoende. Beter migratiebeleid is gebaat bij feitelijke, droge analyses, niet bij klinkende soundbites. Onderzoekers uit allerlei disciplines dragen hieraan hun steentje bij: sociologen, geografen, antropologen, historici, juristen en vele anderen, onder wie ook economen. Als economen is onze rol om in kaart te brengen welke economische oorzaken en effecten migratie zoal heeft, en om, indien mogelijk, deze te kwantificeren. Maar dat is lastig. Precies je vinger leggen op welk effect een bepaalde economische beleidsmaatregel heeft op immigratie, op hoe exact de komst van arbeidsmigranten de loondynamiek beïnvloedt, welke motieven een migrant heeft om naar Nederland te komen, enzovoort, vergt zorgvuldig onderzoek. In die zin is de rol van de econoom niet zozeer het intrappen van open deuren, maar eerder het openen van een cijferslot: veel gepriegel met cijfers om uiteindelijk nieuwe kennis te ontsluiten.
Visie formuleren
Ook bij het formuleren van een politieke en doelgerichte visie op migratie kunnen economen inzicht bieden. Waar willen we de komende decennia heen met ons land, wat voor economie willen we, wat voor arbeidsmarkt hoort daarbij, en welke rol spelen migranten op die arbeidsmarkt? Een econoom kan geen ultiem antwoord op die vragen geven – dat is aan de politiek en de maatschappij in bredere zin. Maar economen kunnen wel mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart brengen, en laten zien welke afruilen er met verschillende keuzes gemoeid zijn.
Als Centraal Planbureau hebben we ons het afgelopen jaar georiënteerd op wat, naar ons idee, de migratievragen zijn die economen zouden kunnen beantwoorden. Wij zien hier drie grote thema’s waar, voor onszelf of andere economen, kansen liggen. Ten eerste de economische effecten van migratie: wat heeft migratie de afgelopen jaren betekend voor de Nederlandse economie, niet alleen voor de schatkist, maar ook voor bijvoorbeeld voor de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Ten tweede is het nuttig om inzicht te geven in welke rol migratie, en de inzet van migranten, in de toekomst zou kunnen spelen in de Nederlandse economie. Ten derde is er behoefte aan kennis over drijfveren van migranten: waarom komen mensen naar Nederland, waarom vertrekken ze ook weer, en welke rol spelen economische afwegingen daarbij? Op onderwerpen als deze hopen wij als CPB de komende jaren een nuttige bijdrage te kunnen leveren aan het migratiedebat en -beleid.
Symposium
Maar zoals gezegd, er zijn allerlei onderzoekers van diverse instituten die hieraan vanuit hun expertise een bijdrage leveren. Op dinsdag 17 oktober zetten wij onze deuren open voor een symposium, waarbij enkelen van deze onderzoekers hun bevindingen zullen presenteren: Denkwerk, SEO, het SCP en het PBL. Die middag zullen ook wij als CPB onze onderzoeksplannen voor de komende jaren verder toelichten. Voor meer informatie, zie hier.
- meer over Bert
alle columns en artikelen
Bert van Stiphout-Kramer
wetenschappelijk medewerker bij het Centraal Planbureau
- meer over Bert
Recente CPB columns
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
- De sleutel tot meer woongenot - Jurre Thiel
alle columns en artikelen