1 juni 2015

Financiering Rijk kan lokale verschillen gedecentraliseerde voorzieningen beperken

Door gemeenten meer of minder geld te geven kan het Rijk lokale verschillen in gedecentraliseerde voorzieningen beperken zonder bestedingsvoorwaarden op te leggen. Dat blijkt uit onderzoek naar de rijksuitkering voor huishoudelijke verzorging.

Vergelijkbare ervaringen met de bijstand laten echter zien dat deze sturende werking het afwentelen naar andere regelingen door gemeenten niet altijd voorkomt. Dit kan worden aangepakt door de hoogte van de uitkering afhankelijk te maken van het beoogde resultaat. Het Rijk heeft dus aanzienlijke invloed op lokaal beleid, zelfs met geld dat vrij besteedbaar is, concluderen onderzoekers Mark Kattenberg en Wouter Vermeulen in de vandaag verschenen CPB Policy Brief 'Financiering decentralisaties: betalen zonder te bepalen?'.

Voordat in 2007 de huishoudelijke verzorging werd gedecentraliseerd bestonden er aanzienlijke verschillen tussen gemeenten. Deze verschillen zijn verkleind door de manier waarop de rijksuitkering werd verdeeld voor de nieuwe gemeentelijke taak. Zonder dat het Rijk specifieke bestedingsvoorwaarden aan de uitkering verbond, stegen de uitgaven aan huishoudelijke verzorging met 50 cent na iedere stijging van de uitkering met een euro. Omgekeerd daalden de uitgaven met 50 cent na iedere daling van de uitkering met een euro. Vooral het aanbod van meer gespecialiseerde en duurdere vormen van huishoudelijke hulp werd aangepast.

In tegenstelling tot de gangbare gedachte onder (beleids)economen stuurt derhalve ook een vrij-besteedbare uitkering de gemeentelijke uitgaven. Dat beperkt het risico dat er te weinig aan een bepaald doel wordt uitgegeven (onderbesteding), of dat gemeenten de kosten op andere partijen afwentelen. Het Rijk kan met de verdeling van de uitkering lokale verschillen beperken.

Maar deze sturing is onvolledig. Er blijft een risico op afwenteling bestaan. Dit blijkt ook uit ervaringen met de Wet Werk en Bijstand, die bepaalde dat gemeenten overschotten op het bijstandsbudget vrij mochten besteden. Als gevolg daalden hun uitgaven aan de bijstand, maar nam het beroep op de door het Rijk gefinancierde Wajong toe.

Een dergelijk risico speelt ook bij de door het Rijk gefinancierde intramurale zorg en de per 2015 naar gemeenten gedecentraliseerde langdurige zorg. Het Rijk kan het risico van afwenteling beperken door gemeenten met een lage instroom in de intramurale zorg financieel te belonen. Bestedingsvoorwaarden zijn hiervoor niet noodzakelijk, zodat gemeenten de ruimte houden om de uitkering naar eigen inzicht uit te geven.

Lees ook CPB Discussion Paper 308.

Contactpersonen