3 november 2014

Verkiezingen: beantwoording vragen opkomstpercentage en herindelingen

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties evalueert de verkiezingen en stuurt de bevindingen aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding van de Gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart jl. heeft de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken gesproken over de opkomst bij de Gemeenteraadsverkiezingen.
No title

Dit gesprek heeft geleid tot twee vragen aan het Centraal Planbureau:

  1. Wat is de verhouding tussen omvang van de gemeente en het opkomstpercentage?
  2. Wat is het effect van gemeentelijke herindelingen op het opkomstpercentage?

Grotere gemeenten kennen een lager opkomstpercentage bij Gemeenteraadsverkiezingen dan kleinere gemeenten. Dit suggereert dat gemeentelijke herindelingen die leiden tot een grotere omvang van een gemeente nadelig zijn voor het opkomstpercentage. Het causale effect van de vergroting van een gemeente blijkt, op basis van regressieanalyse, inderdaad negatief te zijn: –2,5%-punt. De interpretatie van dit effect is dat het opkomstpercentage na een herindeling gemiddeld met 2,5%-punt omlaag gaat (bijvoorbeeld van 60% naar 57,5%). Vooral in gemeenten die sterk in omvang groeien (>100% in het totale aantal kiesgerechtigden), is dit effect sterk (–4,0%-punt) en persistent tot wel zeven Gemeenteraadsverkiezingen na herindeling. Bij de Tweede Kamerverkiezingen zijn de effecten bijna nul.

Auteurs

Sander Gerritsen
Bas ter Weel

Lees meer over