5 november 2019

Meer milieuwinst met recycling #hoedan?

Meer milieuwinst mogelijk uit recycling

Persbericht
Er is meer milieuwinst mogelijk uit recycling, bijvoorbeeld door een exportheffing of -verbod voor kunststofverpakkingsafval naar een aantal landen. Uitgebreidere producentenverantwoordelijkheid kan de recyclebaarheid van producten verbeteren. Dit blijkt uit de zojuist verschenen publicatie van het Centraal Planbureau (CPB) ‘Beleid voor meer milieuwinst met recycling’.
promo-image

Een exportheffing of -verbod zou kunnen worden ingevoerd naar landen waar een groot deel van het eigen plasticafval wordt gestort of gedumpt. De kans is immers groot dat een deel van het kunststofafval dat Nederland exporteert, ook wordt gedumpt.
Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid is al ingevoerd voor het recyclen van papier en huishoudelijke kunststofverpakkingen. Ook voor het recyclen van textiel bereidt het kabinet maatregelen voor om de producenten meer verantwoordelijk te maken. Uitgangspunt daarbij zou moeten zijn om lagere tarieven te vragen aan producenten en importeurs voor producten die beter recyclebaar zijn, of die voor een deel uit gerecycled materiaal bestaan.
 
Een andere oplossing om de recyclebaarheid te verbeteren is uitbreiding van statiegeld. Uitbreiding van dit systeem naar kleinere plastic flessen en blikjes kan maatschappelijk rendabel zijn. Naar de invoering van statiegeld is nader onderzoek nodig om uit te wijzen of de baten van uitbreiding naar andere kunststofwegwerpartikelen opwegen tegen de kosten. Statiegeld geeft niet alleen een prikkel om zwerfafval tegen te gaan, maar de plasticflesjes die worden ingezameld, zijn bovendien bruikbaar voor ‘hoogwaardige’ recycling.
 
Overigens kan ook het bevorderen van innovatie van producten en recyclingtechnieken de recycling verbeteren (of de productiekosten laten dalen) en daarmee milieuwinst opleveren. Ten slotte kunnen informatie aan huishoudens en verbetering van inzamelmethoden de kwaliteit van het recyclen verhogen. Overheden sturen nu nog vaak op zoveel mogelijk gerecycled afval en minder op de kwaliteit daarvan.

De kosten van recycling van huishoudelijke kunststofverpakkingen overtreffen op dit moment de baten. Een toename van de recyclebaarheid van verpakkingen door uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, regels in overleg met de industrie, innovatie en minder sturing op de kwantiteit van gerecycled afval en meer op de kwaliteit kunnen hierin verandering brengen.
 
De kwaliteit van het afval is nog een groot probleem. Er is te weinig goed recyclebaar plasticverpakkingsafval en de vervuiling van textiel en papier neemt toe. Dit komt bijvoorbeeld door etensresten op papier en in ondergrondse containers worden regelmatig restafval en nat textiel gegooid. Hierdoor komt zowel de opbrengst als de milieuwinst onder druk te staan.

infographic 'op naar een circulaire economie'

 

Met de inzet van secundaire grondstoffen zijn belangrijke milieuwinsten te behalen ten opzichte van het gebruik van primaire grondstoffen.

Markten voor secundaire grondstoffen werken door markt- en overheidsfalens op de primaire en secundaire markt echter niet goed. Primaire grondstoffen zijn te goedkoop, omdat milieuschade onbeprijsd is. Verder is sprake van onbenutte schaalvoordelen, bestaan er marktfalens bij ‘groene innovatie’, spelen er informatieproblemen waardoor de kwaliteit van het aanbod laag is en zijn er hoge transactiekosten met name voor huishoudelijk afval. Verder veroorzaakt overheidsbeleid om die marktfalens tegen te gaan zelf barrières. 

Door de relatief lage kwaliteit van het afval vindt nu vooral ‘downcycling’ plaats tot laagwaardige producten, waarvan de milieuwinst lager is dan bij recycling tot een ‘gelijkwaardig’ product. Bij kunststof-verpakkingen speelt met name de beperkte kwaliteit door de diversiteit van het materiaal een belangrijke rol. Bij textiel en papier vormt de toegenomen vervuiling van ingezameld afval een probleem. Meer vervuilde stromen zijn minder goed bruikbaar, waardoor zowel de opbrengst als de milieuwinst onder druk komt.

Export van afval naar sommige landen kan leiden tot weglek van milieuschade. Als gevolg van minder stringente milieuwetgeving in sommige landen kan verwerking van dit afval elders tot meer milieu- en gezondheidsschade leiden. Sommige milieu-effecten, zoals plasticsoep, hebben een mondiaal karakter. 

Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) kan de kwaliteit van het aanbod en de vraag naar secundaire grondstoffen bevorderen door tariefdifferentiatie toe te passen. Producenten en importeurs betalen dan minder voor producten die beter recyclebaar zijn, of voor een deel uit gerecycled materiaal bestaan. De vormgeving van UPV, de transactiekosten en monitoringskosten vormen aandachtspunten. Middelen die met UPV worden opgehaald, kunnen worden ingezet om innovatie te bevorderen.

Het tegengaan van de export van kunststof verpakkingsafval naar een aantal landen door een exportheffing of -verbod kan milieuschade door dumping reduceren. Het gaat dan om landen waar een groot deel van het eigen plasticafval wordt gestort of gedumpt. De kans is groot dat een deel van het kunststofafval dat wij exporteren ook wordt gedumpt. De kosten, juridische haken en ogen rond regulering van export en uitvoerbaarheid door bijvoorbeeld doorvoer via een ander land vormen aandachtspunten.

Statiegeld geeft een prikkel om zwerfafval tegen te gaan. Kunststof zwerfafval heeft negatieve gevolgen voor het milieu, omdat het lang blijft bestaan. Daarnaast geeft statiegeld een bruikbaarder grondstof voor ‘hoogwaardige’ recycling dan andere vormen van inzameling. Nader onderzoek kan uitwijzen of de baten van uitbreiding van statiegeld naar kunststofartikelen die vaker als zwerfafval eindigen, opwegen tegen de kosten.

Informatie aan consumenten en bedrijven en inzamelmethoden die vervuiling beperken, kunnen de kwaliteit van ingezameld afval verbeteren. Informatievoorziening aan huishoudens hoe te scheiden zou de toegenomen vervuiling van gescheiden inzamelingsstromen kunnen terugdringen. Vervuiling kan ook worden beperkt door een andere vorm van inzameling. Zo neemt vervuiling van textiel sterk toe in ondergrondse containers.

Overheidsbeleid gericht op kwantiteit kan averechtse effecten hebben op de kwaliteit van secundaire grondstoffen. Zo kan beleid om de hoeveelheid restafval te beperken leiden tot meer vervuiling van brongescheiden stromen (zoals papier en textiel) en kunnen doelen om zoveel mogelijk huishoudelijk kunststofafval te recyclen leiden tot slechter bruikbaar materiaal.

5 november 2019
Verschillende beleidsinstrumenten kunnen barrières op de secundaire markt voor textiel tegengaan. Inzet van secundaire grondstoffen, zoals gerecyclede textielvezels, is goed voor het milieu. De productiekosten van textiel gemaakt van textielafval zijn hoog ten opzichte van textiel uit primaire grondstoffen en textielafval raakt steeds meer vervuild. Zorgvuldig vormgegeven uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, regulering en betere informatievoorziening aan consumenten kunnen die barrières aanpakken.

Dit achtergronddocument doet ook suggesties voor verbeteringen in het inzamelbeleid van gemeenten en regels omtrent de export van textielafval dat niet meer herdraagbaar is.

5 november 2019
De secundaire markt voor oud papier en karton (OPK) is volwassen en werkt, behoudens enkele aandachtspunten, relatief goed. De toename van de vervuiling van OPK verdient aandacht, omdat deze bij een nog verdere toename de toepassingsmogelijkheden en daarmee ook de te behalen milieuwinst beperkt. Betere informatievoorziening voor consumenten kan bijdragen om de vervuiling tegen te gaan.

Tegelijkertijd moet bij de uitwerking van gemeentelijk afvalbeleid en van doelen vanuit de Rijksoverheid en de EU voor de hoeveelheid restafval rekening worden gehouden met de mogelijke neveneffecten van meer vervuiling van brongescheiden stromen, zoals papier. Daarnaast kunnen winsten voor zowel milieu als voor bedrijven geboekt worden door de regelgeving in Europa omtrent secundaire stromen verder te harmoniseren om zo export binnen Europa te bevorderen ten koste van die daarbuiten.

Downloads

Auteurs

David van der Plas
5 november 2019
Met recycling van kunststof zijn milieuwinsten te behalen ten opzichte van het gebruik van primaire kunststof. Het gaat dan met name om vermindering van CO2-uitstoot en andere emissies. Een grove inschatting van de potentiële milieuwinst van kunststofrecycling bedraagt, afhankelijk van de CO2-prijs, tussen circa 11 en 42 cent per kg: ongeveer 10 tot 40% van de prijs van ‘fossiele’ kunststof. Recycling van kunststof kan in potentie de milieuschade door emissies grofweg halveren.

Bij gebruik van een statiegeldsysteem om kunststofafval in te zamelen, wordt daarnaast ook milieuwinst behaald door minder zwerfafval en minder ‘plastic soep’ wat andere manieren van inzameling in Nederland nauwelijks bewerkstelligen. Veel kunststofafval wordt echter ‘gedowncycled’, waardoor de genoemde milieuwinsten bovengrenzen zijn als gerecycled wordt tot een ‘gelijkwaardig product’. Het verbeteren van de recyclebaarheid van kunststof is daarmee een belangrijk aandachtspunt, zowel voor de milieuwinst als de recyclingopbrengsten.

De kosten van recycling van huishoudelijk kunststofafval overtreffen op dit moment de milieubaten, maar beter recyclebare verpakkingen kunnen daar verandering in aanbrengen. Zorgvuldig vormgegeven uitgebreide producenten-verantwoordelijkheid (UPV) en regelgeving kunnen daaraan bijdragen. Verder kan het tegengaan van export van kunststofafval naar landen waar een groot deel van het eigen afval in het milieu belandt weglek van milieuschade door dumping reduceren.

Lees meer over