17 juni 2022
CPB Column - Pieter Hasekamp

Personeel gezocht? Werk aan de winkel!

Photo of Pieter Hasekamp
Wat valt er nog te zeggen over de tekorten op de arbeidsmarkt? De afgelopen maanden zijn er kolommen vol geschreven over de omvang van het probleem, over hoe tijdelijk of structureel de krapte is en over mogelijke oplossingen. Ik loop die drie punten hieronder langs — en zal betogen dat de krapte ook kansen biedt en dat er ook voor de overheid werk aan de winkel blijft.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Allereerst, hoe groot is het probleem? Op het eerste gezicht: groot. Voor elke 100 werkzoekenden zijn er nu 133 vacatures, een absoluut record. Sectoren als zorg, onderwijs, politie en defensie zitten te springen om mensen — en als het niet lukt om die te vinden, dreigt de dienstverlening in gevaar te komen. In andere sectoren zijn de tekorten al even zichtbaar: denk aan de beveiligers op Schiphol en de bediening in de horeca.

Maar het tekort biedt ook kansen. De werkloosheid ligt nu op het laagste niveau sinds mensenheugenis. Dat biedt een unieke baankansen voor mensen die anders maar moeilijk aan het werk komen, zoals ouderen en arbeidsbeperkten. Kansen liggen er ook voor de arbeidsproductiviteit: die is de afgelopen 10 jaar nauwelijks gestegen.

De krappe arbeidsmarkt kan er ervoor zorgen dat bedrijven eindelijk gaan investeren in arbeidsbesparende technologie, in efficiëntere organisatie van het werk en in omscholing. Er wordt vaak gesteld dat personeelstekorten ten koste gaan van economische groei, maar op termijn zou het omgekeerde wel eens waar kunnen zijn: de krapte kan de impuls zijn voor de broodnodige productiviteitsstijging.

Participatiegraad

Tweede punt: zijn de tekorten tijdelijk of structureel? Velen denken het laatste, omdat de groei van het arbeidsaanbod de komende jaren duidelijk lager ligt dan in het verleden. Nederland is de afgelopen jaren zeer succesvol geweest in het vergroten van de participatie van met name vrouwen en ouderen. De totale participatiegraad van 81% van de potentiële beroepsbevolking is zelfs de hoogste van alle geïndustrialiseerde landen. Dat maakt verdere verhoging lastig. En na 2025 stijgt de beroepsbevolking zelf nog maar nauwelijks vanwege de vergrijzing. Toch gaat deze redenering voorbij aan de werking van de arbeidsmarkt, waar niet alleen het aanbod een rol speelt, maar ook de vraag.

De huidige krapte is deels conjunctureel, deels versterkt door bijzondere factoren als het steunbeleid. Dat zorgde er tijdens de coronapandemie voor dat ook niet-levensvatbare bedrijven personeel vasthielden. De tekorten zullen leiden tot een sterkere stijging van de lonen. Hierdoor zullen bedrijven en sectoren voor de keus staan om zich aan te passen en minder arbeid te gebruiken, of om minder te gaan produceren, waardoor er arbeidskrachten beschikbaar komen voor ander werk. Het verleden kent eigenlijk nauwelijks periodes van aanhoudende arbeidstekorten - met als enige uitzondering de tijd van de geleide loonpolitiek in de jaren 50 en 60.

Economische structuur

Probleem opgelost, dus? Nee: het kan wel even duren voor stijgende lonen, en mogelijk een conjunctuuromslag, zich vertalen in een dalende vraag naar arbeid. In de tussentijd zijn de beleidsopties beperkt. Zoals gezegd is het niet eenvoudig om de al zeer hoge participatiegraad verder te verhogen.

Meer uren werken dan? Ook geen sinecure, zoals het interdepartementaal beleidsonderzoek naar deeltijdwerk heeft laten zien. Meer arbeidsmigratie? Daaraan kleven grote bezwaren vanuit het perspectief van brede welvaart: denk aan beroerde arbeidsomstandigheden, het tekort aan woonruimte en problemen met integratie. Bovendien kan het vergroten van het arbeidsaanbod voor de economie als geheel nooit een structurele oplossing bieden: als er meer mensen aan het werk gaan, stijgen de macro-economische vraag en de vraag naar arbeid vanzelf mee.

De echte oplossing zal dus moeten komen van de vraagzijde. En die hangt weer samen met onze economische structuur. Sectoren en bedrijven die niet de slag kunnen of willen maken naar de inzet van minder laagbetaalde arbeid, zullen moeten krimpen. En als we essentiële beroepen echt essentieel vinden, zullen we het werken in die beroepen extra aantrekkelijk moeten maken ten opzichte van andere sectoren.

De Sociaal-Economische Raad kwam recent met nuttige aanbevelingen om de arbeidsmarktkrapte in maatschappelijke sectoren te verminderen. Juist voor de overheid blijft er werk aan de winkel.

Pieter Hasekamp

Dit essay van Pieter Hasekamp is op vrijdag 17 juni 2022 ook gepubliceerd op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad.

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op

Lees meer over