Thermometer van de samenleving
Petra Messelink
eindredacteur bij het Centraal PlanbureauDe afgelopen jaren hadden mijn man en ik een ‘groene uitdaging’. We probeerden de knop van de thermostaat in de herfst zo lang mogelijk niet aan te raken. De ondertemperatuur ging op 14 graden en dan maar kijken of we 1 oktober, 15 oktober of 1 november konden halen zonder de knop te beroeren. Wat voor ons een goed voornemen was en op elk moment kon stoppen, is voor velen tegenwoordig bittere ernst. Ze worden gedwongen om de centrale verwarming zo lang mogelijk uit te houden, want anders komen ze echt in de problemen. De hoge energieprijzen leiden namelijk voor mensen met een krappe beurs en/of slecht geïsoleerd huis tot energiearmoede.
Definitie
Wat is de formele betekenis van dat woord van het jaar eigenlijk? Het is volgens de definitie van Onze Taal: ‘Armoede die het gevolg is van gestegen energieprijzen, die een groot deel van het inkomen van een huishouden opslokken’. ‘Energiearmoede is’, zo stelt het genootschap in een persverklaring, ‘een rechttoe rechtaan woord zonder opsmuk – wat goed aansluit bij de betekenis’.
Wie googelt op het woord energiearmoede vindt veel artikelen van de laatste tijd, toch is het woord niet echt nieuw. Het Algemeen Nederlands Woordenboek noemt 2005 als het jaar waarin dit ‘inheemse woord’ voor het eerst genoemd werd. Dat was in een artikel in de Vlaamse krant De Morgen, waarin bericht werd over ‘Arme gezinnen die vaak in slecht geïsoleerde woningen wonen, wat de energiefactuur de hoogte injaagt’. Een politieke partij zou er in het Vlaamse parlement op aangedrongen hebben om een themadebat te organiseren over energiearmoede. Of dat debat er destijds geweest is, vertelt de historie niet.
Sinds 2018 staat het woord energiearmoede al in de Van Dale, maar in het afgelopen jaar is het gebruik ervan sterk toegenomen, stelt Onze Taal. Zo is er in de Tweede Kamer veel aandacht geweest voor energiearmoede, iets wat onder meer geresulteerd heeft in het instellen van het zogeheten energieplafond.
Nominatielijsten
Twee woorden die wat het CPB betreft ook niet hadden misstaan op de nominatielijsten van Van Dale en Onze Taal, zijn: inflatieongelijkheid en compensatiesamenleving. Ze zijn (helaas) deel van ons economisch vocabulaire geworden en passen goed bij c.q. liggen in het verlengde van energiearmoede. Die inflatieongelijkheid uit zich in het feit dat energiekosten zeer verschillend uitpakken voor mensen. Niet alleen worden mensen op verschillende momenten geraakt door de hoog opgelopen kosten (doordat energiecontracten niet allemaal op hetzelfde moment aflopen), ook maakt het nogal verschil hoeveel je verdient, waar je woont en of je bijvoorbeeld een huur- of koopwoning hebt (die wel of niet goed geïsoleerd is of zonnepanelen heeft). Juist vanwege die inflatieongelijkheid gaf het CPB meermaals aan dat generieke steun niet optimaal is.
We moeten namelijk ervoor waken dat we afstevenen op de compensatiesamenleving, zoals CPB-directeur Pieter Hasekamp betoogde in een van zijn essays in het Financieele Dagblad in maart 2022. Iedereen overal voor compenseren: dat gaat niet werken, schreef hij. ‘En er kleeft zelfs het risico aan dat de compensatiesamenleving uiteindelijk leidt tot een lobbycratie: als de overheid op ad-hocbasis geld uitdeelt, loont het om te investeren in nauwe contacten met die overheid. Maar dat is geen garantie voor een eerlijke, integrale afweging van belangen. Integendeel, het werkt ongelijkheid in de hand’.
Sentiment
Een ‘jaarwoord’ zegt veel over de maatschappij waarin we leven en welk probleem/gebeurtenis er op een bepaald moment urgent was. Het geeft het sentiment, de gevoelstemperatuur in het land weer. Het uit de Verenigde Staten overgewaaide fenomeen van een jaarwoord bestaat in Nederland sinds twintig jaar. Sinds 2009 komen zowel Van Dale als Onze Taal met een jaarwoord, daarvoor hadden ze een aantal jaren een gezamenlijk woord van het jaar.
Energiearmoede is dus het meest veelzeggende woord van vorig jaar geworden. 2023 is nog maar net op gang. Ik heb nog geen nieuw woord gehoord dat een kanshebber voor de titel zou kunnen zijn. Maar ik hoop dat jaar eindelijk een woord oplevert dat zowel positief is als herkenbaar voor veel mensen. En als dat woord ook nog een (macro)economische component heeft, dan is dat goed nieuws voor velen.
Dit zijn de laatste tien ‘woorden van het jaar’:
|
Van Dale | Genootschap Onze Taal |
2013 | selfie | participatiesamenleving |
2014 | dagobertducktaks | rampvlucht |
2015 | sjoemelsoftware | sjoemelsoftware |
2016 | treitervlogger | brexit |
2017 | appongeluk | plofklas |
2018 | blokkeerfries | laadpaalklever |
2019 | boomer | -schaamte (bijv. vliegschaamte) |
2020 | anderhalvemetersamenleving | anderhalvemetersamenleving |
2021 | prikspijt | wappie |
2022 | klimaatklever | energiearmoede |
Petra Messelink
- meer over Petra
alle columns en artikelen
Recente CPB columns
- Van wie is de ruimte? - Jeroen Hinloopen
- Kinderwetje uit 1874 nog steeds actueel - Frits Bos
- Misverstanden plagen aanpak van productiviteit - Pieter Hasekamp
alle columns en artikelen