18 mei 2002

RIVM, CPB en SCP: Knelpunten en dilemma's bij voorziening geneesmiddelen en medische hulpmiddelen

Zonder nieuw beleid zullen de kosten van geneesmiddelen in de komende kabinetsperiode jaarlijks toenemen met bijna 11% en van medische hulpmiddelen met 7%.

Bovenstaande cijfers staan in het rapport Geneesmiddelen en medische hulpmiddelen: trends en dilemma's, dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu uitbrengt samen met het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau. Het terrein van de genees- en hulpmiddelenvoorziening is vanuit verschillende invalshoeken in kaart gebracht. Zie hiervoor ook CPB Document 7: Een scenario voor de zorguitgaven 2003-2006 en Bijzondere CPB-Publicatie 33: Economische Verkenning 2003-2006, waarin een update van de cijfers uit CPB Document 7 wordt gepresenteerd.

Medisch-technologische ontwikkelingen zetten zich voort. Er wordt in de toekomst meer maatwerk geleverd, dat waarschijnlijk per saldo duurder gaat worden, maar op termijn ook belangrijke gezondheidswinst kan opleveren. Naast het beschikbaar komen van nieuwe en dure genees- en hulpmiddelen spelen groei en vergrijzing van de bevolking een rol bij de stijgende kosten. Ook de vraag en het aantal voorschriften zijn hierbij van belang.

Uit de studie blijkt verder dat voor sommige groepen genees- en hulpmiddelen de stijging van het aantal voorschriften en van de kosten duidelijk af zal wijken van het algemene beeld. Zo is geschat dat het aantal voorschriften voor geneesmiddelen bij suikerziekte twee keer zo snel stijgt als het gemiddelde van alle geneesmiddelen tezamen. Bij diabeteshulpmiddelen, zoals vingerprik-apparatuur en teststrips, stijgen de kosten twee keer zo snel als het gemiddelde van alle hulpmiddelen tezamen. Dit komt doordat het aantal diabetespatiënten snel toeneemt, maar ook door de eerdere en intensievere behandeling. Dit kan echter latere complicaties uitstellen of zelfs voorkomen.

In de huidige situatie bestaan verschillende knelpunten, die een doelmatige genees- en hulpmiddelenvoorziening in de weg staan. De gevoeligheid voor de prijs van geneesmiddelen is laag, zowel bij voorschrijvers als bij patiënten. (zie hiervoor ook Bijzondere CPB-Publicatie 38: How does pharmaceutical marketing influence doctors' prescribing behaviour?). Het toch al geringe kostenbewustzijn van artsen wordt kleiner door farmaceutische promotie, zoals artsenbezoek, advertenties en direct mail. Artsen hebben vaak onvoldoende informatie om het meest doelmatige medische hulpmiddel voor te schrijven, al komt hierin verbetering door initiatieven als het Hulpmiddelenkompas en het Hulpmiddelen Informatie Centrum. Patiënten hebben niet altijd voldoende inspraak bij de keuze van het hulpmiddel. Het gebruiksgemak, de handleiding of instructie voor het gebruik laten soms ook te wensen over. Voor zowel geneesmiddelen als medische hulpmiddelen is het kostenbewustzijn van gebruikers in het algemeen laag.

De geraamde kostenstijging voor genees- en hulpmiddelen is groter dan voor de zorg als geheel. Daarom moet er een afweging worden gemaakt of in de toekomst een groter deel van het zorgbudget aan genees- en hulpmiddelen moet worden besteed. Hier staat tegenover dat er veel beleidswijzigingen zijn ingezet om de genees- en hulpmiddelenverstrekking doelmatiger te maken, zoals een sterkere rol voor de verzekeraars. Of deze maatregelen het beoogde effect hebben, wordt pas over een aantal jaren zichtbaar.

Contactpersonen