16 februari 2017

Keuzes in Kaart 2018-2021

Keuzes in Kaart 2018 – 2021: forse verschillen tussen partijen

Persbericht
Het Centraal Planbureau (CPB) publiceert vandaag de resultaten van de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s. 'Keuzes in Kaart 2018-2021' omvat een analyse van de financieel-economisch keuzes van elf partijen. De onderlinge verschillen blijken groot. Dat geldt zowel voor het type maatregelen dat partijen kiezen als voor het effect dat zij daarmee bereiken.
No title

VVD, PvdA, SP, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP, DENK, VNL en Vrijzinnige Partij hebben de afgelopen maanden hun verkiezingsprogramma door het CPB laten doorrekenen. Daarbij is – per partij – becijferd welk effect de voorgestelde maatregelen hebben op de ontwikkeling van de Nederlandse economie en wat er op de middellange- en langetermijn verandert op het gebied van onder andere werkloosheid, koopkracht en overheidsfinanciën. 

Hoe de deelnemende partijen zich in financieel-economisch opzicht van elkaar onderscheiden is weergegeven in een serie infographics (PDF). CPB-directeur Laura van Geest constateert dat er sprake is van forse onderlinge verschillen: ‘Er valt echt wat te kiezen. In 2012 domineerden de bezuinigingsvoorstellen, nu draait de economie beter en opteren partijen weer voor geld uitgeven. Ieder stelt daarbij eigen prioriteiten; de maatregelen die partijen voor ogen hebben verschillen sterk. Dat leidt uiteraard ook tot uiteenlopende economische resultaten. Keuzes die je nu maakt zie je op de lange termijn versterkt terug.  Vooral op het gebied van structurele werkgelegenheid, koopkracht en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn zijn de verschillen groter dan bij voorgaande verkiezingen.’

Keuzes en afruilen
Voor deze editie van Keuzes in Kaart, de negende sinds de start van deze traditie in 1986, zijn in totaal 1.165 maatregelen doorgerekend. Elke maatregel en keuze kent voor- en nadelen. Dat begint bij de afweging tussen meer of minder geld naar bijvoorbeeld zorg, onderwijs, defensie of openbaar bestuur versus het verhogen of verlagen van de belastingen. Ook is er vaak sprake van afruilen; maatregelen met een gunstige uitwerking op een bepaald aspect van de doorrekening hebben doorgaans een tegengesteld effect op andere doelen. Economische groei kan bijvoorbeeld worden gestimuleerd door hogere uitgaven, maar dit leidt tot een verslechtering van het EMU-saldo en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn. En een positief effect op de werkgelegenheid gaat vaak gepaard met grotere inkomensongelijkheid.  

Maatschappelijk debat
Deelname aan ‘Keuzes in Kaart’ is vrijwillig. Alle partijen die half oktober 2016 – vijf maanden voor de verkiezingen – zitting hadden in de Tweede Kamer, zijn door het CPB uitgenodigd voor een doorrekening van hun programma. Daaraan hebben elf partijen gehoor gegeven, één meer dan bij de vorige verkiezingen. Bij het becijferen van de economische effecten zijn de verkiezingsprogramma’s van deze partijen afgezet tegen het ‘basispad’ uit de meest recente raming voor de middellange termijn (2018-2021), die het CPB op Prinsjesdag 2016 in de Macro Economische Verkenning (MEV) publiceerde. Op die manier wordt inzichtelijk wat de economische effecten zijn van de gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten. En hoewel politiek over meer gaat dan alleen feiten, maatregelen en economie, beoogt ‘Keuzes in Kaart’ een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat. Het CPB onthoudt zich daarbij van waardeoordelen en adviezen en wijst dus ook geen ‘winnaars’ of ‘verliezers’ aan. 

Webpublicatie, boek, datavisualisatie en presentatie
De doorrekening van de verkiezingsprogramma’s is beschikbaar als overzichtelijke webpublicatie met uitleg en verwijzingen, en in boekvorm (pdf). Daarnaast is er een interactieve datavisualisatie, die inzicht geeft in de onderlinge verschillen tussen partijen.  Bekijk ook de presentatie die gebruikt is tijdens de persconferentie.

Noot voor de redactie: 
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met deze CPB-specialisten: 
 

Onderwerp Contactpersoon Telefoon
Algemene informatie & interviewverzoeken Suzanne van Gils 0621560776
Projectleider Keuzes in Kaart Johannes Hers 0646035142
Begroting, EMU-saldo en overheidsschuld Wim Suyker 0652485860
Zorg Rob Aalbers 0621704716
Macro-economische effecten Debby Lanser 0629419089
Koopkracht Rob Euwals 0655736513
Langetermijn beleidseffecten op inkomens en inkomensverdeling Patrick Koot 0646360575
Structurele werkgelegenheidseffecten Marloes de Graaf-Zijl 0646801306
Houdbaarheid overheidsfinanciën pensioen Marcel Lever 0652485856

Vragen en antwoorden:

Hoe gaat de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s in zijn werk?
Dat is een proces van meerdere maanden, waarbij er voortdurend overleg is tussen het CPB en de deelnemende partijen. Alle maatregelen die wij doorrekenen (op basis van economische modellen, maar ook wetenschappelijke inzichten) zijn door de partijen zelf aangeleverd en bevestigd. Ook hebben partijen gedurende het proces de mogelijkheid gehad om eerder ingediende maatregelen aan te passen. Het hele proces van de doorrekening is weergegeven in een infographic (PDF-download, onderaan deze webpagina).

Niet alle partijen hebben hun programma laten doorrekenen. Wat vindt het CPB daarvan?
Deelname aan Keuzes in Kaart is vrijwillig. De doorrekening is een aanbod van het CPB aan partijen, omdat we denken dat het nuttig is. Partijen bepalen zelf of ze wel of niet meedoen.

Zijn er qua aanpak verschillen ten opzichte van de vorige Keuzes in Kaart (2012)?
De aanpak is grotendeels hetzelfde. De verschillen ten opzichte van 2012 zitten vooral in het voortraject. Dit keer heeft het CPB al ruim voor het begin van het ‘Keuzes in Kaart-traject’ een aantal mogelijke hervormingen en beleidsmaatregelen doorgerekend (gepubliceerd in Zorgkeuzes in Kaart (met VWS en FIN), en de Kansrijkreeks (met PBL en SCP)). Partijen hebben deze documenten kunnen raadplegen bij het samenstellen van hun pakket aan maatregelen. Nieuw is dit keer de indicator die aangeeft of de inkomensongelijkheid op lange termijn toe- of afneemt; de Gini-coëfficiënt. Tegelijkertijd is de doorrekening van zogenoemde programma-effecten geschrapt. Daar is voor gekozen omdat de analyse anders te omvangrijk zou worden. Voor een belangrijk deel is dit aspect van de doorrekening overigens overgenomen door het Planbureau voor de Leefomgeving

Zijn de resultaten wel zo zeker als ze nu worden gepresenteerd?
Bij dit soort doorrekeningen is er altijd enige onzekerheid. Met Keuzes in Kaart brengt het CPB de economische effecten van de verkiezingsprogramma’s in beeld. Partijen worden daarbij tegen dezelfde meetlat gelegd, de meetlat waartegen ook kabinetsbeleid wordt afgezet. Iedere partijprogramma is afzonderlijk doorgerekend. De resultaten bieden dus het beeld van wat er zou gebeuren – hoe Nederland ervoor zou staan – als die partij een absolute meerderheid haalt en de komende vier jaar zijn volledige verkiezingsprogramma kan uitvoeren. Omdat dat geen realistisch scenario is, moet de doorrekening vooral worden gezien als hulpmiddel dat inzicht geeft in wat partijen willen, en hoe dat doorwerkt in de economie. Daarbij geldt dat de onzekerheid over beleidseffecten kleiner is dan de onzekerheid over de economische ontwikkeling in de toekomst.

Waarom wijst het CPB geen winnaars of verliezers aan?
‘Keuzes in Kaart’ beschrijft welke maatregelen partijen voor ogen staan, welke economische effecten ze daarmee hopen te bereiken en hoe partijen zich van elkaar onderscheiden. Het CPB zorgt daarmee voor transparantie, maar we hebben geen inhoudelijk oordeel over de uitkomsten. Er is dus ook geen ranglijst.

De doorrekening van de verkiezingsprogramma’s is beschikbaar als overzichtelijke webpublicatie met uitleg en verwijzingen. Daarnaast is er een interactieve datavisualisatie, die inzicht geeft in de onderlinge verschillen tussen partijen. Bekijk ook de presentatie die gebruikt is tijdens de persconferentie.

VVD, PvdA, SP, CDA, D66, ChristenUnie, GroenLinks, SGP, DENK, VNL en Vrijzinnige Partij hebben de afgelopen maanden hun verkiezingsprogramma door het CPB laten doorrekenen. Daarbij is – per partij – becijferd welk effect de voorgestelde maatregelen hebben op de ontwikkeling van de Nederlandse economie en wat er op de middellange- en langetermijn verandert op het gebied van onder andere werkloosheid, koopkracht en overheidsfinanciën. 

Hoe de deelnemende partijen zich in financieel-economisch opzicht van elkaar onderscheiden is weergegeven in een serie infographics (PDF-download, onderaan deze webpagina). CPB-directeur Laura van Geest constateert dat er sprake is van forse onderlinge verschillen: ‘Er valt echt wat te kiezen. In 2012 domineerden de bezuinigingsvoorstellen, nu draait de economie beter en opteren partijen weer voor geld uitgeven. Ieder stelt daarbij eigen prioriteiten; de maatregelen die partijen voor ogen hebben verschillen sterk. Dat leidt uiteraard ook tot uiteenlopende economische resultaten. Keuzes die je nu maakt zie je op de lange termijn versterkt terug.  Vooral op het gebied van structurele werkgelegenheid, koopkracht en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn zijn de verschillen groter dan bij voorgaande verkiezingen.’

Keuzes en afruilen
Voor deze editie van Keuzes in Kaart, de negende sinds de start van deze traditie in 1986, zijn in totaal 1.165 maatregelen doorgerekend. Elke maatregel en keuze kent voor- en nadelen. Dat begint bij de afweging tussen meer of minder geld naar bijvoorbeeld zorg, onderwijs, defensie of openbaar bestuur versus het verhogen of verlagen van de belastingen. Ook is er vaak sprake van afruilen; maatregelen met een gunstige uitwerking op een bepaald aspect van de doorrekening hebben doorgaans een tegengesteld effect op andere doelen. Economische groei kan bijvoorbeeld worden gestimuleerd door hogere uitgaven, maar dit leidt tot een verslechtering van het EMU-saldo en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de langere termijn. En een positief effect op de werkgelegenheid gaat vaak gepaard met grotere inkomensongelijkheid.  

Maatschappelijk debat
Deelname aan ‘Keuzes in Kaart’ is vrijwillig. Alle partijen die half oktober 2016 – vijf maanden voor de verkiezingen – zitting hadden in de Tweede Kamer, zijn door het CPB uitgenodigd voor een doorrekening van hun programma. Daaraan hebben elf partijen gehoor gegeven, één meer dan bij de vorige verkiezingen. Bij het becijferen van de economische effecten zijn de verkiezingsprogramma’s van deze partijen afgezet tegen het ‘basispad’ uit de meest recente raming voor de middellange termijn (2018-2021), die het CPB op Prinsjesdag 2016 in de Macro Economische Verkenning (MEV) publiceerde. Op die manier wordt inzichtelijk wat de economische effecten zijn van de gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten. En hoewel politiek over meer gaat dan alleen feiten, maatregelen en economie, beoogt ‘Keuzes in Kaart’ een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat. Het CPB onthoudt zich daarbij van waardeoordelen en adviezen en wijst dus ook geen ‘winnaars’ of ‘verliezers’ aan. 

Lees meer over