13 januari 2022
CPB Column - Pieter Hasekamp

Omzien en vooruitblikken: van wachten naar verwachten

Photo of Pieter Hasekamp
Geduld is niet mijn sterkste eigenschap (bij mij thuis barsten ze nu in hoongelach uit). Ik kan me nogal ergeren aan getreuzel, aan apparaten die niet doen wat ze moeten doen en aan rijen waar geen schot in zit. Wachten, kortom, levert de nodige stress op. Het is lastig om daar verandering in aan te brengen. Als het niet lukt om de wereld te verbeteren, kan je proberen jezelf te veranderen – in dit geval om geduldig te leren zijn. Maar dat soort goede voornemens zijn moeilijk vol te houden, weten we inmiddels.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Oefening in geduld

Toch was het afgelopen jaar een oefening in geduld. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. We begonnen nog hoopvol: Nederland zat begin vorig jaar in lockdown, maar het zou beter worden, met wellicht zelfs een nieuwe 'Summer of Love'. En inderdaad, er kwamen vaccins, de samenleving ging van het slot en de economie toonde veerkracht en aanpassingsvermogen. De economische groei is in 2021 waarschijnlijk boven de 4,5% uitgekomen, waarmee het niveau van het bbp weer hoger ligt dan vóór de coronacrisis. En dat ondanks de tegenvallende ontwikkeling van de pandemie: eerst kwam de alpha-variant, toen delta, nu omikron, met steeds nieuwe besmettingsgolven tot gevolg. Die golven zorgden wel voor verlengde en nieuwe lockdowns – de festivalzomer duurde precies twee weken – maar niet tot faillissementen en ontslagen, mede door het steunbeleid van de overheid. Tegelijkertijd viel het wachten op het weer opengaan van de samenleving ons zwaar: de maatschappelijke onvrede en polarisatie namen sterk toe.

Dat kwam niet alleen door de coronacrisis. Het afgelopen jaar moesten we niet alleen vergeefs wachten op de uitweg uit de pandemie, maar ook op de komst van een nieuw kabinet. Er is al veel gezegd en geschreven over de oorzaken daarvan, maar ongelukkig was het wel. Juist in coronatijd, waarin al bestaande maatschappelijke vraagstukken en verschillen verder werden uitvergroot, had Nederland dringend behoefte aan toekomstperspectief. Ook andere beleidsopgaven – zoals klimaatbeleid en de stikstofproblematiek – vragen om richtinggevende beleidskeuzes vanuit een lange termijnperspectief. Maar de aanpak van al die vraagstukken liet dus op zich wachten.

Tussenjaar

Ook voor het CPB was 2021 een tussenjaar. We begonnen met de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s, Keuzes in Kaart, een zeer intensief traject dat begin maart succesvol werd afgerond. Pas aan het eind van het jaar kwam het langverwachte verzoek om het coalitieakkoord door te rekenen. Niet dat er in de tussentijd niets gebeurde: we publiceerden ramingen en certificeringen, de maandelijkse wereldhandelsmonitor, de financiële risicorapportage en de productiviteitsmonitor. We analyseerden de plannen in het kader van het Nationaal Groeifonds en de effecten van het coronasteunbeleid. We publiceerden onderzoeken op allerlei terreinen, van dataregulering tot het verband tussen problematische schulden en zorggebruik. Als voorbereiding op een nieuw meerjarig werkprogramma schreven we position papers. En ten slotte werd het herziene macromodel, Saffier 3.0, na een lange periode van voorbereiding, vlak voor de kerst in gebruik genomen.

Inmiddels is een nieuw kabinet aangetreden. De doorrekening van het coalitieakkoord door het CPB is afgelopen dinsdag gepubliceerd. Daaruit blijkt dat het kabinet veel geld uittrekt voor de aanpak van beleidsopgaven op het terrein van klimaat en milieu, onderwijs, wonen, sociale zekerheid en defensie. Die aanpak heeft naast maatschappelijke baten ook een prijs: de overheidsfinanciën verslechteren en er worden extra financiële lasten verschoven naar toekomstige generaties – zeker wanneer veel van de incidentele uitgaven die het kabinet via fondsconstructies wil vormgeven uiteindelijk toch structureel gefinancierd moeten worden. Ook zal nog moeten blijken in hoeverre alle plannen realiseerbaar zijn: de arbeidsmarkt is zeer krap en de uitvoering door de overheid staat al langer onder druk. Maar het wachten is voorbij – we mogen nu het een en ander verwachten.

Trends en thema’s

En het CPB? Ook van ons valt dit jaar het nodige te verwachten. In het werkprogramma 2022 is gepoogd aansluiting te vinden bij de grote maatschappelijke trends en thema’s die ook het beleid van het nieuwe kabinet bepalen. Dit wordt weerspiegeld in een nieuwe programma-indeling, waarbij naast 'sectorale' onderwerpen zoals arbeid en zorg ook verbindende actuele thema’s een plek hebben gekregen: corona, brede welvaart en langetermijnverkenningen. Daarnaast reserveert het CPB extra middelen en menskracht voor modelonderhoud en -ontwikkeling, en voor de inzet van data science-methoden. Binnenkort wordt het meerjarig werkprogramma gepubliceerd, dat samen met een zelfevaluatie de basis vormt voor de visitatie van het CPB die in de eerste helft van dit jaar plaatsvindt. We kijken uit naar de bevindingen en aanbevelingen van de visitatiecommissie, die het CPB kunnen helpen om de eigen kerntaken – het leveren van onafhankelijke economische analyses en ramingen ten behoeve van beter beleid – op een goede manier te blijven invullen.

Wachten hoort bij het leven. Maar om het wachten dragelijk te maken, helpt het om te weten wat je kan verwachten (denk aan de aftelklok bij het stoplicht). Het geduld van de samenleving is de afgelopen tijd flink op de proef gesteld. Het is aan het nieuwe kabinet om perspectief te bieden – het CPB zal blijven helpen daaraan een realistische economische onderbouwing te geven.

Pieter Hasekamp

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op